Antonius M. Kard. Javierre Ortas - 25 maart 1994
Bij de voorbereiding van de eigen uitgaven van de liturgische boeken is het – overeenkomstig het recht - Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 455. 2 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 838. 3: dit geldt ook voor de nieuwe uitgaven Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, 25e Verjaardag van de promulgatie van het Conciliedocument Sacrosanctum Concilium over de heilige liturgie, Vicesimus Quintus Annus (4 dec 1988), 20 de taak van de bisschoppenconferentie de vertaling en ook de voorgenomen aanpassingen te beoordelen. De akten van de conferentie dienen met de uitslag van de stemming – na ondertekening door de voorzitter en de secretaris van de conferentie – toegezonden te worden aan de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten met twee volledige exemplaren van de goed te keuren boeken.
Bovendien wordt met de volledige verantwoording in de akten toegezonden:
Na de beoordeling door de Apostolische Stoel volgens de normen van het recht, Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 838. 3 vaardigt de bisschoppenconferentie het decreet met de afkondiging uit, waarin zij de tijd aangeeft waarop het goedgekeurde boek kracht van wet heeft.
De bisschoppenconferentie zal een onderzoek instellen naar datgene wat in de liturgische vieringen veranderd dient te worden met het oog op de tradities en de aard van het volk. De studie betreffende deze veranderingen zal zij toevertrouwen aan een nationale of regionale commissie voor liturgie, die samenwerking zal zoeken met deskundigen om vanuit verschillende invalshoeken de elementen van de plaatselijke cultuur en hun eventuele invoeging in de liturgische vieringen te onderzoeken. Soms is het goed de mening te vragen van vertegenwoordigers van niet-christelijke godsdiensten, omtrent de cultische of maatschappelijke waarde van een of ander element. Alinea 30-32
Dit voorafgaand onderzoek zal eventueel geschieden in samenwerking met de bisschoppenconferenties van de aangrenzende landen of behorend tot dezelfde cultuur. Alinea 51
Nadat de bisschoppenconferentie in samenwerking met de congregatie het voorstel heeft onderzocht, wordt door de congregatie aan de conferentie het verlof gegeven eventueel gedurende een vastgestelde tijd een experiment te laten plaatsvinden. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 40. 2