Antonius M. Kard. Javierre Ortas - 25 maart 1994
De inculturatie, aldus verstaan, heeft haar plaats zowel in de christelijke eredienst als op de andere terreinen van het leven van de Kerk. Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 584. 2: “de evangelieverkondiging van de volken vindt zó plaats, dat met behoud van de ongeschondenheid van het geloof en de zeden het evangelie zich in de cultuur van de afzonderlijke volken kan uitdrukken, namelijk in de catechese, in de eigen liturgische riten, in de gewijde kunst, in het particulier recht en tenslotte in heel het kerkelijk leven.” Inderdaad als er één reden voor de inculturatie van het evangelie van belang is, dan is het een werkelijke integratie Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Catechese geven in onze tijd, Catechesi Tradendae (16 okt 1979), 53. ”van de evangelisatie in het algemeen kunnen we…zeggen dat de bedoeling ervan is, de kracht van het evangelie aan te brengen in het hart van de menselijke natuur en in de verschillende cultuurvormen…zo zal zij de mensen uit de verschillende menselijke cultuurvormen de kennis van het verborgen mysterie kunnen brengen, en hen kunnen helpen vanuit hun eigen levende traditie, eigen oorspronkelijke uitdrukkingen voort te brengen van christelijk leven, eredienst en denken.” in het geloofsleven van ieder volk, van de blijvende waarden van een cultuur meer dan van zijn voorbijgaande uitingen. Derhalve moet zij heel nauw samengaan met een bredere aanpak, namelijk met een pastorale en harmonisch uitgewerkte actie die heel de menselijke waardigheid op het oog heeft. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 52. ”de inculturatie is een langzame tocht die heel het missieleven vergezelt en vanaf het begin een uitdaging vormt voor de verschillende werkers van de missie ad gentes, voor de christelijke gemeenschappen naarmate deze zich ontwikkelen.” Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan de voltallige vergadering van de Pauseijke Raad voor de Cultuur (17 jan 1987), 5. ”ik bevestig opnieuw met aandrang de noodzaak heel de kerk in beweging te brengen voor een scheppende inspanning tot een hernieuwde evangelieverkondiging aan mensen en culturen. Want alleen door een samenbundeling van de inspanningen komt de kerk in de omstandigheid de hoop van Christus uit te dragen tot in het hart van de cultuur en de tegenwoordige geestesgesteldheid.”
Zoals elke vorm van evangelieverkondiging, vraagt deze veelvoudige en volhardende inzet een methodische en voortgezette werkwijze van onderzoek en onderscheid. Vgl. Pauselijke Bijbelcommissie, Geloof en cultuur in het licht van de Bijbel (1 jan 1981) Vgl. Internationale Theologische Commissie, Geloof en inculturatie, Fides et inculturatio (8 okt 1988) De inculturatie van het christelijk leven en haar liturgische vieringen kunnen – voor welk volk ter wereld ook – slechts de vrucht zijn van toenemende rijping in het geloof. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de Bisschoppenconferentie van Zaïre bij gelegenheid van hun bezoek "Ad Liminia" (23 apr 1988), 5. “Hoe zou een geloof dat werkelijk zo gerijpt, diepgaand en overtuigd is, er van dit ogenblik af niet toe kunnen komen zich uit te drukken in een taal, in een catechese, in een theologische bezinning, in een gebed, in een liturgie, in een kunst, in instellingen die werkelijk overeenstemmen met de Afrikaanse ziel van uw landgenoten? Dan wordt de sleutel gevonden van het belangrijke en ingewikkelde probleem dat gij nu hebt voorgelegd met betrekking tot de liturgie om nu alleen dat te noemen. Een toereikende voortgang op dit terrein kan slechts de vrucht zijn van een groeiende rijping van het geloof met daarin opgenomen in een groot samenspel het geestelijk onderscheidingsvermogen, het theologische inzicht en het aanvoelen van de gehele kerk.”