LITURGIAM AUTHENTICAMHet gebruik van de volkstaal in de uitgaven van de Romeinse Liturgie
Vijfde instructie "betreffende de juiste uitvoering van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie" (bij art. 36)
(Soort document: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten)
Georgius A. Kard. Medina Estévez -
28 maart 2001
Om de gelovigen tenminste de meest kenmerkende teksten van de heilige Schrift in hun geheugen te laten vasthouden, waardoor zij ook in het persoonlijk gebed gevormd dienen te worden, is het van het grootste belang dat de voor de liturgie bestemde vertaling van de bijbel is voorzien van een zekere eenheid en bestendigheid, zodat in elk gebied slechts één goedgekeurde vertaling beschikbaar is die in alle delen van de verschillende liturgische boeken wordt opgenomen. Deze bestendigheid is het meest wenselijk in de bijbelvertalingen die veelvuldig gebruikt worden, zoals in het psalterium, dat voor het christenvolk het fundamentele boek van gebed is.
Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, Promulgatie van de hervorming van het Getijdengebed in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie, Laudis Canticum (1 nov 1970), 8 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Liturgie van de Getijden volgens de Romeinse ritus (tweede standaarduitgave 1985), Algemene inleiding op het getijdengebed, Institutio Generalis de Liturgia Horarum (7 apr 1985), 100 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, 25e Verjaardag van de promulgatie van het Conciliedocument Sacrosanctum Concilium over de heilige liturgie, Vicesimus Quintus Annus (4 dec 1988), 8 De Bisschoppenconferenties worden met aandrang aangemoedigd om voor hun gebieden te voorzien in de toestemming voor en de uitgave van een volledige vertaling van de heilige Schrift die bestemd is voor de persoonlijke studie en lezing door de gelovigen, en die overeenstemt met de in de heilige liturgie gebruikte tekst.
Men dient zich ervoor in te spannen dat de vertalingen aangepast worden aan de door de liturgie en de overlevering van de kerkvaders doorgegeven betekenis van de bijbelplaatsen, vooral wanneer het gaat over teksten van groot belang, zoals de psalmen en de lezingen die gekozen zijn voor de voornaamste vieringen van het liturgisch jaar; in deze gevallen moet er zeer nauwgezet voor gezorgd worden dat de vertaling de overgeleverde christologische, typologische en spirituele betekenis tot uitdrukking brengt en de eenheid en het verband tussen de beide Testamenten duidelijk toont. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Liturgie van de Getijden volgens de Romeinse ritus (tweede standaarduitgave 1985), Algemene inleiding op het getijdengebed, Institutio Generalis de Liturgia Horarum (7 apr 1985), 100-109 Daarom:
- is het goed dat men zich houdt aan de Neo-vulgaat, wanneer het noodzakelijk is tussen de verschillende zienswijzen die mogelijk kunnen zijn, uit te maken welke de meest geschikte is om de manier uit te drukken waarop de tekst volgens overgeleverde gewoonte gelezen is en in de Latijnse liturgische overlevering is ontvangen;
- om dit doel te bereiken dient ook gekeken te worden naar de oudste vertalingen van de heilige Schrift zoals de Griekse vertaling van het Oude Testament, gewoonlijk de Septuagint (LXX) genoemd, die in gebruik was bij de christengelovigen vanaf de vroegste tijden van de Kerk; Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 22
- overeenkomstig de vanaf onheuglijke tijden ontvangen overlevering die zelfs reeds in bovengenoemde Septuagint vertaling duidelijk was, dient de naam van de almachtige God, in het Hebreeuws uitgedrukt in het heilige tetragrammaton, in het Latijn met het woord ‘Heer’, in elke volkstaal met een woord van dezelfde betekenis vertaald te worden.
Tenslotte worden de vertalers dringend aangespoord om aandachtig de geschiedenis van de interpretatie te bezien die gehaald kan worden uit de bijbelplaatsen die in de geschriften van de kerkvaders zijn opgenomen of ook uit de bijbelse voorstellingen, die in de christelijke kunst en hymnodie zeer talrijk zijn aangereikt.
Alle vormen die beelden en handelingen van de hemelingen in menselijke gedaante schilderen of – zoals in Neo-vulgaat – de woorden ‘
ambulare’, ‘
brachium’, ‘
digitus’, ‘
manus’, ‘
vultus’ van God, ‘
caro’, ‘
cornu’, ‘
os’, ‘
semen’, ‘
visitare’; het is beter deze woorden in de vertaling niet uit te leggen of te omschrijven met meer abstracte of vage woorden in de volkstaal. Wat betreft bepaalde woorden zoals die welke in de Neo-vulgaat met ‘anima’ en ‘spiritus’ worden weergegeven, dient men te letten op de uitgangspunten zoals boven onder de nrs.
40-41 zijn uiteengezet. Derhalve dient vermeden te worden dat in de plaats van deze woorden eerder een persoonlijk voornaamwoord of een meer ‘abstract’ werkwoord genomen wordt, tenzij dit in een of ander geval strikt noodzakelijk is. Want men dient te bedenken dat een letterlijke vertaling van woorden die verwondering wekken in de volkstaal, juist hierdoor de nieuwsgierigheid van de hoorder kan prikkelen en een gelegenheid kan bieden tot het geven van catechese.