
Georgius A. Kard. Medina Estévez - 28 maart 2001
Met inachtneming van de vereisten van de gezonde exegese, dient er alle zorg aan besteed te worden dat de woorden van de bijbelse gedachten bewaard blijven die gemeenschappelijk in gebruik zijn in de catechese en in de gebeden die de volksdevotie verwoorden. Van de andere kant dient er met alle macht naar gestreefd te worden dat niet de woordenschat of de stijl gekozen worden die het katholieke volk gemakkelijk kan verwarren met de gewoonte van spreken van niet-katholieke kerkgemeenschappen of van andere godsdiensten, zodat daardoor geen verwarring ontstaat of ergernis wordt veroorzaakt.
Men dient zich ervoor in te spannen dat de vertalingen aangepast worden aan de door de liturgie en de overlevering van de kerkvaders doorgegeven betekenis van de bijbelplaatsen, vooral wanneer het gaat over teksten van groot belang, zoals de psalmen en de lezingen die gekozen zijn voor de voornaamste vieringen van het liturgisch jaar; in deze gevallen moet er zeer nauwgezet voor gezorgd worden dat de vertaling de overgeleverde christologische, typologische en spirituele betekenis tot uitdrukking brengt en de eenheid en het verband tussen de beide Testamenten duidelijk toont. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Liturgie van de Getijden volgens de Romeinse ritus (tweede standaarduitgave 1985), Algemene inleiding op het getijdengebed, Institutio Generalis de Liturgia Horarum (7 apr 1985), 100-109 Daarom:
Tenslotte worden de vertalers dringend aangespoord om aandachtig de geschiedenis van de interpretatie te bezien die gehaald kan worden uit de bijbelplaatsen die in de geschriften van de kerkvaders zijn opgenomen of ook uit de bijbelse voorstellingen, die in de christelijke kunst en hymnodie zeer talrijk zijn aangereikt.