H. Paus Paulus VI - 29 september 1963
Gij hebt bovendien uw broeders, de opvolgers van de apostelen, bijeengeroepen niet alleen om de onderbroken studies en de onvoltooide wetgeving voort te zetten, maar ook om zich met de Paus verbonden te voelen in één lichaam en door hem gesterkt en geleid te worden, om het heilig erfgoed van de christelijke leer op doeltreffender wijze te bewaren en te verkondigen". H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie, Gaudet Mater Ecclesia (11 okt 1962), 20 Maar met dit meer verhevene doel van het Concilie hebt gij een ander doel verbonden, het pastorale doel, dat op het ogenblik urgenter is en meer onmiddellijk resultaten oplevert. Gij hebt dat gedaan met deze woorden: "Het is dus niet primair onze taak, te discussiëren over bepaalde fundamentele punten van de kerkelijke leer", maar veeleer: "dat deze leer wordt bestudeerd en uiteengezet volgens de methode, die is aangepast aan onze tijd". H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie, Gaudet Mater Ecclesia (11 okt 1962), 29-30 Gij hebt bovendien in de dragers van het kerkelijk leergezag de overtuiging versterkt, dat de christelijke leer niet alleen een waarheid is, die men moet bestuderen met de door het geloof verlichte rede, maar ook een woord, dat een bron is van leven en activiteit; en dat het kerkelijk gezag er zich niet toe mag beperken, de dwalingen te veroordelen, die de Kerk aantasten, maar dat het ook de positieve en levenskrachtige leer moet verkondigen, die de Kerk in zo rijke mate bezit. Omdat dus de taak van het kerkelijk leergezag niet louter theoretisch noch louter negatief is, moet het in dit Concilie steeds meer de levenbrengende kracht tonen van de leer van Christus, die gezegd heeft "De woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven" (Joh. 6, 63).