H. Paus Paulus VI - 29 september 1963
De Kerk interesseert zich tenslotte voor andere onmetelijke terreinen van het menselijk leven: voor de nieuwe generaties van jonge mensen, die opgroeien in het verlangen om te leven en hun plaats in te nemen in de maatschappij; voor de jonge volken, die strijden voor hun zelfbewustzijn, hun onafhankelijkheid en hun burgerlijke ordening; voor de ontelbare menselijke wezens, die zich eenzaam voelen in de drukte van een samenleving, die hun geen woorden van heil kan bieden. Tot hen allen richt de Kerk haar oproep vol hoop, en allen wenst en schenkt zij het licht van waarheid, leven en heil, want God "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen." (1 Tim. 2, 4).