
H. Paus Paulus VI - 29 september 1963
Want de jongste bewegingen, die binnen de van ons gescheiden christelijke gemeenschappen bestaan en die zich steeds meer ontwikkelen, maken twee dingen overduidelijk: dat de Kerk van Christus één is en één moet zijn; en dat deze mysterieuze en zichtbare eenheid slechts gerealiseerd kan worden door de eenheid van geloof, door de deelname aan dezelfde sacramenten, en door de organische harmonie van één kerkelijke leiding, al kan men daarbij aanvaarden een verscheidenheid van taal, van riten, van historische overleveringen, van plaatselijke voorrechten, geestelijke stromingen en wettelijke instellingen en van levensvormen, waaraan men de voorkeur geeft.