Paulus Augustinus Kardinaal Mayer o.s.b. - 5 november 1987
Deze toename van kerkconcerten heeft bij pastoors en rectoren vragen opgeroepen waarop een antwoord dient gegeven te worden.
Indien een algemeen openstellen van kerkgebouwen voor allerlei concerten reacties en protesten oproept bij talrijke gelovigen, dreigt een weigering zonder opgave van redenen eveneens niet begrepen of moeilijk aanvaard te worden door degenen die het concert hebben georganiseerd of die het zullen uitvoeren, instrumentalisten en zangers.
Vóór alles is het van belang te verwijzen naar de eigen betekenis en bestemming van het kerkgebouw. Daarom acht de Congregatie voor de Eredienst het ogenblik gunstig om aan de bisschoppenconferenties en ook - overeenkomstig hun bevoegdheid - aan de nationale commissies voor liturgie en kerkmuziek enkele punten voor te leggen ter overweging en ter verklaring van de kerkrechtelijke bepalingen inzake het gebruik van de verschillende soorten muziek in het kerkgebouw: muziek en zang voor de liturgie, religieus geïnspireerde muziek en niet-religieuze muziek.