• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

CHRISTUS HET LICHT DER VOLKEREN? EN WIE ZIJN DAN IN ONZE TIJD DE "MAGIëRS", DE WIJZEN DIE HEM ZOEKEN?
Hoogfeest van Epifanie, de Openbaring van de Heer (Driekoningen) 2007

Dierbare broeders en zusters,

wij vieren in blijdschap het hoogfeest van de Epifanie, de "openbaring" van Christus aan de volkeren, die vertegenwoordigd worden door mysterieuze personen uit het Oosten, de "Magiërs" of Wijzen,. Wij vieren Christus, doel van de pelgrimstocht van de volkeren op zoek naar het heil.

In de eerste Lezing hebben wij de profeet, geïnspireerd door God, Jeruzalem horen beschouwen als een vuurtoren van licht die temidden van de duisternissen en nevelen van de aarde, de weg wijst aan alle volkeren. De glorie van de Heer straalt over de heilige Stad en trekt allereerst de eigen gedeporteerde en verstrooide kinderen aan, maar tegelijkertijd ook de heidense volkeren, die van overal naar Sion komen als naar een gemeenschappelijk vaderland, en die haar verrijken met hun goederen Vgl. Jes. 60, 1-6 .

In de tweede lezing is ons nog eens voorgehouden wat de apostel Paulus aan de Efeziërs schreef, dat namelijk juist dit samenkomen van Joden en Heidenen, op liefdevol initiatief van God, in de ene Kerk van Christus, het "mysterie" was dat in de volheid van de tijd is geopenbaard, de "genade" waarvan God hem tot dienaar had gemaakt Vgl. Ef. 3, 2-3a.5-6 . Zo aanstonds zullen we in de prefatie zingen: "Vandaag hebt Gij het mysterie van onze redding geopenbaard: Christus, het licht van de volkeren."

Twintig eeuwen zijn er verlopen sinds dit mysterie in Christus is geopenbaard en verwezenlijkt, maar het heeft zijn voltooiing nog niet bereikt. Mijn geliefde voorganger Johannes Paulus II schreef in de opening van zijn encycliek over de zending van de Kerk dat "aan het einde van het tweede millennium een blik op het geheel van de mensheid laat zien dat die zending nog maar aan haar begin staat" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 1.

Dan komen er spontaan enige vragen op: In welke zin is Christus vandaag de dag nog Lumen gentium, licht van de volkeren? Hoe staat het, als men zo kan spreken, met de universele pelgrimstocht van de volkeren naar Hem? Is deze in een fase van vooruitgang of van achteruitgang? En ook: wie zijn vandaag de dag de Wijzen? Hoe mogen we, denkend aan de huidige wereld, deze mysterieuze evangelische figuren duiden?

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, zou ik willen terugkeren naar wat de Vaders van het Tweede Vaticaans Concilie hierover te zeggen hadden. En ik voeg daar graag aan toe dat het inmiddels zo'n veertig jaar geleden is, om precies te zijn op 26 maart 1967, dat de dienaar Gods Paulus VI aan de ontwikkeling van de volkeren de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Populorum Progressio
Over de ontwikkeling van de volken
(26 maart 1967)
wijdde.

Heel het Tweede Vaticaans Concilie werd in feite bewogen door het verlangen om aan de hedendaagse wereld Christus te verkondigen als het licht der wereld. In het hart van de Kerk, te beginnen bij de top van haar hiërarchie, kwam met kracht, gewekt door de heilige Geest, het verlangen op naar een nieuwe epifanie van Christus aan de wereld, een wereld die door de moderne tijd ten diepste was veranderd en die voor het eerst van de geschiedenis voor de uitdaging stond van een wereldomvattende beschaving, waarvan Europa niet langer het centrum kon zijn en evenmin degenen die we het Westen of het Noorden van de wereld noemen.

De noodzaak ontstond om een nieuwe politieke en economische wereldorde uit te werken, maar tegelijkertijd en vooral ook een geestelijke en culturele wereldorde, dat wil zeggen een hernieuwd humanisme. Met toenemende evidentie drong zich deze constatering op: een nieuwe mondiale economische en politieke orde functioneert niet als er geen geestelijke vernieuwing plaats vindt, als we niet in staat zijn opnieuw tot God te naderen en God in ons midden te vinden. Al vóór het Tweede Vaticaans Concilie hadden verlichte gewetens van christelijke denkers deze epochale uitdaging gezien en aangegaan.

Welnu, aan het begin van het derde millennium bevinden we ons midden in deze fase van de menselijke geschiedenis, die inmiddels gethematiseerd wordt rond het thema "globalisatie". Van de andere kant worden we er ons momenteel van bewust hoe gemakkelijk het zicht wordt verloren op de termen waarin deze uitdaging zich stelt, juist omdat we er zo in betrokken zijn geraakt: een risico dat enorm versterkt wordt door de immense expansie van de massamedia. Deze vermenigvuldigen van de ene kant wel eindeloos de informaties, maar lijken van de andere kant ons vermogen te verzwakken tot een kritische synthese ervan.

Het hoogfeest van vandaag kan ons daartoe het perspectief bieden, vanuit het zichtbaar worden van een God die zich in de geschiedenis openbaart als licht van de wereld om de mensheid uiteindelijk binnen te voeren in het beloofde land waar vrijheid, rechtvaardigheid en vrede heersen. En we zien steeds meer, dat we de rechtvaardigheid en de vrede niet uit onszelf alleen kunnen bevorderen, wanneer zich aan ons niet het licht openbaart van een God die ons zijn gelaat toont, die ons verschijnt in de voederbak van Betlehem en die ons verschijnt aan het Kruis.

Wie zijn dus de "Magiërs", de Wijzen van vandaag, en hoe staat het met hun "reis" en met onze "reis"? Keren we terug, dierbare broeders en zusters, naar dat moment van bijzondere genade dat de sluiting was van het Tweede Vaticaans Concilie, de 8ste december 1965, toen de concilievaders aan heel de mensheid enkele "Boodschappen" richtte. De eerste was gericht aan de "2e Vaticaans Concilie - Overig document
Boodschap aan de regeerders
(8 december 1965)
", de tweede "2e Vaticaans Concilie - Overig document
Boodschap aan de mensen van het intellect en van de wetenschap
(8 december 1965)
". Dat zijn twee categorieën van personen die we enigszins verbeeld kunnen zien in de evangelische gestalten van de "Wijzen". Ik zou er nog een derde aan willen toevoegen, waaraan het Concilie geen boodschap richtte, maar die wel degelijk in haar aandacht stond bij de conciliaire Verklaring 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Nostra Aetate
Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten
(28 oktober 1965)
. Ik bedoel de geestelijke leiders van de grote niet-christelijke godsdiensten. Op een afstand van tweeduizend jaar, kunnen we dus in de gestalten van de Wijzen iets als een voorafbeelding zien van deze drie constitutieve dimensies van het moderne humanisme: de politieke, de wetenschappelijke en de godsdienstige dimensie.

Epifanie doet ons dit humanisme in een toestand zien van een pelgrimstocht, van onderweg zijn, dat wil zeggen betrokken in een dikwijls wat verwarde zoektocht die uiteindelijk zijn eindpunt heeft in Christus, ook al verbergt zich af en toe de ster. Tegelijkertijd laat Epifanie ons zien dat God op zijn beurt onderweg is naar de mens. Er is niet alleen de zoektocht van de mens naar God; God zelf is op weg gegaan naar ons. Want wie is Jezus eigenlijk anders dan God die uit zichzelf is uitgegaan om de mensheid tegemoet te komen? Uit liefde is Hij geschiedenis geworden in onze geschiedenis; uit liefde is Hij ons de kiem van het nieuwe leven komen brengen Vgl. Joh. 3, 3-6 en het in de voren van onze aarde komen zaaien, opdat het ontkiemt, tot bloei komt en vrucht draagt.

Ik zou ze vandaag tot de mijne willen maken, deze twee Boodschappen van het Concilie die niets hebben ingeboet aan actualiteit. Zoals bijvoorbeeld daar, waar in de 2e Vaticaans Concilie - Overig document
Boodschap aan de regeerders
(8 december 1965)
staat: "Het is uw taak op aarde de orde en de vrede onder de mensen te bevorderen. Maar vergeet niet: het is God, de levende en ware God, die de Vader der mensen is. En het is Christus, zijn eeuwige Zoon, die gekomen is om het ons te zeggen en ons te Ieren, dat wij allen broeders zijn. Hij is de grote bewerker van de orde en van de vrede op aarde, want Hij leidt de geschiedenis der mensheid en Hij alleen kan de harten buigen om zich af te wenden van de slechte hartstochten die oorlog en leed veroorzaken." Hoe in deze woorden van de Concilievaders niet het lichtend spoor ontdekken van de enige weg waarlangs de geschiedenis van de Naties en van de wereld kan worden getransformeerd?

En vervolgens waar we in de "2e Vaticaans Concilie - Overig document
Boodschap aan de mensen van het intellect en van de wetenschap
(8 december 1965)
" lezen: "Zet uw onderzoekingen onvermoeibaar voort zonder ooit aan de waarheid te wanhopen" - wat inderdaad het grote gevaar is: de belangstelling voor de waarheid te verliezen en alleen het doen, de efficiëntie, het pragmatisme zoeken! - "Herinnert u het woord van een van uw grote vrienden, de heilige Augustinus: "Laten wij zoeken met het verlangen om te vinden, en laten wij vinden met het verlangen om nog meer te zoeken". Gelukkig zij die, in het bezit van de waarheid, deze nog meer zoeken om haar te hernieuwen, te verdiepen en aan anderen door te geven. Gelukkig zij die, na haar nog niet gevonden te hebben, met een oprecht hart naar haar toegaan: mogen zij het licht van morgen zoeken met het licht van vandaag tot aan de volheid van het licht!"

Dit werd gezegd in de twee Concilieboodschappen. Vandaag is het méér dan ooit noodzakelijk naast de leiders van de volkeren, en naast de onderzoekers en wetenschappers de vertegenwoordigers te plaatsen van de grote niet-christelijke godsdienstige tradities, en hen uit te nodigen zich te confronteren met het licht van Christus, die niet gekomen is om af te schaffen maar om tot vervulling te brengen van de hand van God geschreven heeft in de godsdienstige geschiedenis van de beschavingen, speciaal in de "grote zielen" die met hun wijsheid en voorbeelden van deugd hebben bijgedragen aan het opbouwen van de mensheid.

Christus is het licht, en het licht kan niet verduisteren. Het kan alleen maar verlichten, verhelderen, openbaar maken. Laat daarom niemand vrees hebben voor Christus en zijn boodschap! En als de christenen soms, in de loop van de geschiedenis, omdat zij beperkte mensen en zondaars zijn, Hem met hun gedragingen hebben kunnen verraden, dan laat dit nog beter uit komen dat Christus het licht is en dat de Kerk dat licht alleen maar kan reflecteren door met Hem verenigd te blijven.

"Wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen" Vgl. Mt. 2, 2. |Acclamatie voor het evangelie . Wat steeds weer onze verbazing oproept als wij deze woorden van de Wijzen horen, is dat zij neerbuigen in aanbidding voor een eenvoudig kind in de armen van zijn moeder, niet in de omlijsting van een koninklijk paleis, maar in de armoede van een stal in Betlehem Vgl. Mt. 2, 11 . Hoe is dat mogelijk geweest? Wat heeft de Wijzen ervan overtuigd dat dat Kind "de koning van de Joden was" en de koning van de volkeren? Zij zijn zeker overtuigd door het teken van de ster, die zij hadden zien "opgaan" en die juist boven de plaats waar het Kind zich bevond (Mt. 2, 9) was blijven staan. Maar ook de ster zou niet voldoende zijn geweest, als de wijzen geen mensen geweest waren die van binnen open stonden voor de waarheid. Anders dan koning Herodes, gegrepen als hij was door zijn interesse aan macht en rijkdom, stonden de Wijzen gericht op het doel van hun zoektocht, en al waren zij geleerde mensen, toen ze het vonden gedroegen zij zich als de herders van Betlehem: ze herkenden het teken en aanbaden het Kind, terwijl ze Hem de kostbare geschenken en symbolen aanboden die zij hadden meegebracht.
Dierbare broeders en zusters, laten ook wij in gedachte stil staan voor de icoon van de Aanbidding der Wijzen. Zij bevat een veeleisende en actuele boodschap. Veeleisend en actueel op de allereerste plaats voor de Kerk die, terwijl zij zich spiegelt aan Maria, geroepen wordt om aan de mensen Jezus te laten zien, niets anders dan Jezus. Hij is inderdaad Alles en de Kerk bestaat slechts om met Hem verenigd te blijven en Hem aan de wereld te doen kennen. Moge de Moeder van het vleesgeworden Woord ons helpen om gewillige leerlingen te zijn van haar Zoon, licht van de volkeren.

Het voorbeeld van de Wijzen van destijds is ook een uitnodiging aan de Wijzen van vandaag om geest en hart te openen voor Christus en Hem de gaven van hun onderzoek aan te bieden. Tot hen en tot alle mensen van onze tijd, zou ik vandaag willen herhalen: heb geen angst voor het licht van Christus! Zijn Licht is de glans van de waarheid! Laat U, alle volkeren der aarde, door Hem verlichten; laat U door zijn liefde omhullen en U zult de weg van de vrede vinden.

Amen!

Zie ook:
Dossier Advent en Kersttijd 2006

Document

Naam: CHRISTUS HET LICHT DER VOLKEREN? EN WIE ZIJN DAN IN ONZE TIJD DE "MAGIëRS", DE WIJZEN DIE HEM ZOEKEN?
Hoogfeest van Epifanie, de Openbaring van de Heer (Driekoningen) 2007
Soort: Paus Benedictus XVI - Homilie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 6 januari 2007
Copyrights: © 2007, Libreria Editrice Vaticana
Vertaling uit het Italiaans, alineanummering en -indeling: Past. Chr. v. Buijtenen, pr.
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test