Paus Benedictus XVI - 6 januari 2007
Dierbare broeders en zusters,
wij vieren in blijdschap het hoogfeest van de Epifanie, de "openbaring" van Christus aan de volkeren, die vertegenwoordigd worden door mysterieuze personen uit het Oosten, de "Magiërs" of Wijzen,. Wij vieren Christus, doel van de pelgrimstocht van de volkeren op zoek naar het heil.
In de eerste Lezing hebben wij de profeet, geïnspireerd door God, Jeruzalem horen beschouwen als een vuurtoren van licht die temidden van de duisternissen en nevelen van de aarde, de weg wijst aan alle volkeren. De glorie van de Heer straalt over de heilige Stad en trekt allereerst de eigen gedeporteerde en verstrooide kinderen aan, maar tegelijkertijd ook de heidense volkeren, die van overal naar Sion komen als naar een gemeenschappelijk vaderland, en die haar verrijken met hun goederen Vgl. Jes. 60, 1-6 .
In de tweede lezing is ons nog eens voorgehouden wat de apostel Paulus aan de Efeziërs schreef, dat namelijk juist dit samenkomen van Joden en Heidenen, op liefdevol initiatief van God, in de ene Kerk van Christus, het "mysterie" was dat in de volheid van de tijd is geopenbaard, de "genade" waarvan God hem tot dienaar had gemaakt Vgl. Ef. 3, 2-3a.5-6 . Zo aanstonds zullen we in de prefatie zingen: "Vandaag hebt Gij het mysterie van onze redding geopenbaard: Christus, het licht van de volkeren."