Paus Pius XII - 30 november 1947
Nu staat het bij allen vast, dat de sacramenten van de Nieuwe Wet, aangezien zij zichtbare tekenen zijn en de onzichtbare genade uitwerken, zowel de genade moeten betekenen, die zij uitwerken, alsook de genade moeten uitwerken, die zij betekenen. Welnu, wat de heilige wijding van diaconaat, priesterschap en episcopaat moet uitwerken en dus ook betekenen, nl. macht en genade, vindt men in alle riten van de gehele Kerk van alle tijden en plaatsen voldoende betekend door de handopleggingen de woorden, die haar nader bepalen. Bovendien weet iedereen, dat de Kerk van Rome de wijdingen, volgens de Griekse ritus toegediend zonder overreiken van de instrumenten, altijd voor geldig heeft gehouden, zodat op het Concilie van Florence zelf, bij de Concilie van Florence - Bul
Laetentur caeli - Decretum pro Graecis
Sessio VI - 6e Zitting: Over de eenheid met de Grieken
(6 juli 1439) met de Kerk van Rome, de Grieken volstrekt niet verplicht werden om de wijdingsritus te veranderen of daarin het overreiken van de instrumenten in te lassen; zelfs wilde de Kerk, dat ook in Rome de Grieken volgens hun eigen ritus zouden worden gewijd. Daaruit kan men opmaken, dat ook volgens de mening van het concilie van Florence het overreiken van de instrumenten niet krachtens de wil van onze Heer Jezus Christus zelf voor het wezen en de geldigheid van dit sacrament wordt vereist. Mocht dit krachtens wil en voorschrift van de Kerk ook voor de geldigheid ooit vereist zijn geweest, dan weet iedereen, dat de Kerk, wat zij verordende, insgelijks kan wijzigen en afschaffen.