H. Paus Paulus VI - 21 november 1964
Wij willen hopen, dat de leer over het mysterie van de Kerk, die door het Tweede Vaticaans Concilie is opgehelderd en afgekondigd, van nu af aan vooral in de harten van de katholieken een gunstige weerklank zal vinden; dat al de gelovigen duidelijker de trekken van het ware gelaat van Christus zullen ontdekken; dat zij de schoonheid zullen zien van de moeder en leermeesteres; dat zij de eenvoud en de majesteit van zo'n eerbiedwaardige instelling zullen aanschouwen; dat zij zullen opzien naar het wonder van een historische trouw, van een voortreffelijk sociaal leven, van een uitstekende wetgeving en naar het teken van voortdurende vooruitgang van een rijk, waarin de goddelijke en menselijke elementen nauw met elkaar verbonden zijn met als gevolg dat in de maatschappij van hen, die in Jezus geloven, het plan van de menswording en van de verlossing duidelijk op de voorgrond treedt: dat wil zeggen, volgens de heilige Augustinus, de gehele Christus, onze Zaligmaker.