
Paus Pius XII - 2 november 1954
Als de allerzaligste Maagd Maria Koningin is van allen, dan is zij dat toch zeker op bijzondere wijze en met meer reden voor uw persoon en voor uw plannen en ondernemingen, omdat zij steeds onder de bijzondere hoge eretitel van Koningin van de apostelen werd aangeroepen. Wat toch zal zij, die de moeder is van de schone liefde, de godsvrucht, de kennis en de heilige hoop, vuriger verlangen, waartoe zal zij liever helpen, dan dat de echte verering van de ware God dieper wortel schiet in de zielen, dat de liefde vuriger opvlamt, dat de zuivere vreze Gods de plannen leidt, de zekere hoop op de onsterfelijke beloften de aardse ballingschap vertroost? Dit alles nu wordt aan de mensen gegeven door de zorg en de ijver, waarmee gij uw apostolisch ambt vervult, opdat zij matig, rechtvaardig en vroom dit vergankelijk leven leiden en eens een onvergankelijk geluk in de hemel bereiken. Onder leiding en bescherming van de Maagd Maria, onze Moeder en meesteres, wilden wij daarom tot u spreken over enkele zaken, die, naar wij vast vertrouwen, nuttig zullen zijn voor u bij de arbeid, waardoor gij vol toewijding Gods akker bewerkt.