MAGNIFICATE DOMINUMOver het priesterschap - tot Kardinalen en Bisschoppen
(Soort document: Paus Pius XII - Toespraak)
Paus Pius XII -
2 november 1954
Met vreugde hebben wij gezien, dat in vele diocesen 11 eigen liturgische instellingen zijn ontstaan, dat liturgische verenigingen werden opgericht, dat er leiders tot bevordering van de liturgische beweging zijn benoemd, dat er diocesane en interdiocesane liturgische congressen hebben plaats gehad en dat er internationale liturgische congressen zijn gehouden of voorbereid worden. Met blijdschap hebben wij vernomen, dat hier en daar de bisschoppen zelf bij deze congressen tegenwoordig waren of ze hebben voorgezeten. Deze vergaderingen volgen soms een eigen regel, zo, nl. dat maar één het Offer opdraagt, terwijl de anderen (óf allen óf de meesten van hen) bij dit éne Offer tegenwoordig zijn en daaronder uit de hand van de celebrans de H. Communie ontvangen. Als dit om een goede en billijke reden gebeurt en ook de bisschop, om verwondering bij het volk te vermijden, niet anders heeft bepaald, dan hoeft men zich daartegen niet te verzetten, als tenminste de hier bovengenoemde dwaling niet de reden van deze handelwijze is. Wat verder de onderwerpen betreft, die op deze congressen werden behandeld: er is gesproken over vraagstukken van historische, leerstellige en praktische aard, er zijn conclusies getrokken en wensen voorgesteld, die nodig of passend schenen voor een verdere ontwikkeling van het liturgisch leven, doch altijd in onderwerping aan het oordeel van het rechtmatig kerkelijk gezag. Die beweging echter tot opbloei van de heilige liturgie beperkte zich niet tot het houden van congressen. doch ook de praktische beoefening van de liturgie ontwikkelde zich en nam geregeld toe, zodat de gelovigen steeds veelvuldiger en in groter getal tot een actieve deelname en vereniging met de celebrerende priester komen.
© 1955, Ecclesia Docens, uitg. Gooi & Sticht 0777
Vert.: Dr. M. H. Mulders C.ss.R.