
Paus Pius XII - 2 november 1954
"Verheerlijkt de Heer met mij en laat ons te samen Zijn Naam verheffen" (Ps. 34, 4), want terwijl door een nieuwe gunst van de hemel onze wensen zijn vervuld, valt ons ook nog het geluk ten deel, dat wij ons heden mogen verheugen om de welkome tegenwoordigheid van u, beminde zonen en dierbare broeders, en u in zeer groot getal om ons verzameld mogen zien. Het feit zelf van het nieuwe liturgische feest van Maria, Koningin van hemel en aarde, dat wij zo pas plechtig hebben afgekondigd, vermeerdert nog onze heilige blijdschap, omdat het de kinderen ten zeerste past, hun vreugde te uiten, als zij de eer van hun moeder verhoogd zien.