Paus Benedictus XVI - 1 januari 2007
Dierbare broeders en zusters!
De liturgie van vandaag beschouwt - als in een mozaïek - verschillende messiaanse feiten en realiteiten, maar de aandacht concentreert zich vooral op Maria, als Moeder van God. Acht dagen na de geboorte van Jezus, gedenken wij de Moeder, de Theotókos, haar die "de Koning ter wereld heeft gebracht die hemel en aarde regeert in de eeuwen der eeuwen" Intrede antifoon - vgl. Sedulius. De liturgie mediteert vandaag over het Woord dat mensgeworden is, en herhaalt dat Hij geboren is uit de Maagd. Zij denkt na over de besnijdenis van Jezus als rite van opname in de gemeenschap, en beschouwt God, die zijn Eniggeboren Zoon door middel van Maria gegeven heeft als hoofd van het "nieuwe volk". Zij gedenkt de naam die aan de Messias gegeven is, en hoort hoe deze, teder en zacht, wordt uitgesproken door zijn Moeder. Zij smeekt voor de wereld de vrede af, de vrede van Christus, en doet dit door Maria, middelares en medewerkster van Christus Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 60-61.
In deze sfeer van gebed en van dankbaarheid jegens God voor de gave van het nieuwe jaar, is het mij een vreugde mijn eerbied te kunnen betuigen jegens de doorluchtige Heren Ambassadeurs van het bij de Heilige Stoel geaccrediteerde Corps Diplomatique, die aan de plechtige Viering van vandaag hebben willen deelnemen. Van harte groet ik Kardinaal Renato Raffaele Martino en leden van de Pauselijke Raad voor de Gerechtigheid en de Vrede, aan wie ik mijn hartelijke dank tot uitdrukking breng voor de inzet waarmee zij dagelijks deze waarden bevorderen die zo fundamenteel zijn voor het maatschappelijk leven. Bij gelegenheid van deze Werelddag van de Vrede heb ik aan de Regeringen en de Verantwoordelijken van de Naties, evenals aan alle mannen en vrouwen van goede wil, de gebruikelijke Boodschap gericht, die dit jaar gaat over het thema: Paus Benedictus XVI - Boodschap
De menselijke persoon - hart van de vrede
Boodschap voor Wereldvrededag, 1 januari 2007
(8 december 2006).
Ten overstaan van de, helaas altijd aanwezige bedreigingen van de vrede, ten overstaan van de situaties van onrecht en geweld die in diverse gebieden van de aarde voortduren, ten overstaan van de aanhoudende gewapende conflicten die dikwijls door de brede publieke opinie worden vergeten, en ten overstaan van het terrorisme dat de sereniteit onder de volken verstoort, wordt het meer dan ooit noodzakelijk samen te werken voor de vrede. Deze is, zoals herinnerd heb in de Boodschap "tegelijk een gave en een opgave" Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap voor Wereldvrededag, 1 januari 2007, De menselijke persoon - hart van de vrede (8 dec 2006), 3: een gave om af te smeken in het gebed, een opgave om moedig en onvermoeid te verwezenlijken.
Een vredesakkoord moet om duurzaam te zijn op het respect voor de waardigheid en de rechten van iedere mens. De wens die ik uit ten overstaan van de vertegenwoordigers van de hier aanwezige Naties, is dat de internationale Gemeenschap de eigen krachten bundelt opdat er in de naam van God een wereld opgebouwd wordt waarin de wezenlijke rechten van de mens door iedereen worden gerespecteerd. Opdat zulks gebeurt, is het echter noodzakelijk dat wordt erkend dat die rechten niet in louter menselijke overeenkomsten hun fundament hebben, maar " in de natuur zelf van de mens en in zijn onvervreemdbare waardigheid als door God geschapen persoon" Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap voor Wereldvrededag, 1 januari 2007, De menselijke persoon - hart van de vrede (8 dec 2006), 13.
Als inderdaad de constitutieve aspecten van de menselijke waardigheid worden overgelaten aan de veranderlijke menselijke meningen, zullen tenslotte ook zijn rechten, hoe plechtig verklaard ook, verzwakken en voor meerdere uitleg vatbaar worden. "Daarom is het belangrijk dat de internationale organen het natuurlijk fundament van de rechten van de mens niet uit het oog verliezen. Want dat onttrekt hen aan het risico dat helaas altijd latent aanwezig is, namelijk om af te glijden naar een louter positivistische interpretatie ervan" Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap voor Wereldvrededag, 1 januari 2007, De menselijke persoon - hart van de vrede (8 dec 2006), 13
"Moge de Heer u zegenen en u behoeden ... moge Hij zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken" (Num. 6, 24.26).
Zo luidt de zegenformule die we in de eerste Lezing hebben gehoord. Zij is ontleend aan het boek Numeri: drie keer wordt er de naam van de Heer in herhaald. Dat geeft de intensiteit en de kracht aan van de zegen waarvan het laatste woord "vrede" is. De bijbelse term shalom, die wij met vrede vertalen, betekent dat geheel van goederen waarin "het heil" bestaat dat door Christus is gebracht, de Messias die door de Profeten is aangekondigd. Daarom erkennen wij, christenen, in Hem de Vorst van de vrede. Hij is mens geworden en geboren in een grot te Bethlehem om zijn vrede te brengen aan de mensen van goede wil, aan hen die Hem ontvangen met geloof en liefde. De vrede is zo waarachtig de gave en de opgave van Kerstmis: de gave die in nederige volgzaamheid wordt ontvangen en met volharding in gelovig gebed wordt afgesmeekt; de opgave die van iedere persoon van goede wil een "bedding van vrede" maakt.