BEZOEK AAN HET ARMEENSE APOSTOLISCHE PATRIARCHAAT EN ONTMOETING MET ZIJNE HEILIGHEID PATRIARCH MESROB IIIn de Armeense Kathedraal te Istanboel, Turkije
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
30 november 2006
Dierbare broeder in Christus,
Ik ben verheugd om deze kans te hebben om Uwe Heiligheid op deze bijzondere plek te ontmoeten waar Patriarch Shnork Kalustian mijn voorgangers Paus Paulus VI en Paus Johannes Paulus II welkom heette. Met grote affectie begroet ik de volledige Armeense Apostolische gemeenschap waar u als herder en geestelijke vader voorzit. Mijn broederlijke groet gaat ook naar Zijn Heiligheid Karekin II, Catholicos van Heilige Etchmiadzin, en de hiërarchie van de Armeense Apostolische Kerk. Ik dank God voor het Christelijke geloof en getuigenis die van de ene op de andere generatie is doorgegeven binnen het Armeense volk, vaak onder zeer tragische omstandigheden zoals die bijvoorbeeld in de laatste eeuw is ervaren.
Onze ontmoeting is meer dan een eenvoudig gebaar van oecumenische hoffelijkheid en vriendschap. Het is een teken van onze gedeelde hoop in de beloften van de God en onze wens in vervulling te zien gaan het gebed dat Jezus aan zijn discipelen op de vooravond van zijn lijden en dood gaf: „Opdat zij allen één mogen zijn, zoals Gij, Vader, in MIj en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt" (
Joh. 17, 21). Jezus gaf zijn leven op het Kruis om de verspreide kinderen van God bijeen te verzamelen, om de muren van verdeeldheid neer te halen. Door het Sacrament van Doopsel, zijn wij opgenomen in het Lichaam van Christus, de Kerk. De tragische verdeeldheid die in de geschiedenis is ontstaan onder de aanhangers van Christus is het openlijke tegenspreken van de wil van de Heer, is een schandaal tegenover de wereld en schaadt de meest heilige taak, het prediken van het Evangelie aan alle mensen
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 1. Precies door de getuigenis van hun geloof en liefde, worden de Christenen geroepen om een stralend teken van hoop en troost aan deze wereld aan te bieden, zo getekend door conflicten en spanningen. Wij moeten daarom alles het mogelijke blijven doen om de wonden van scheiding te helen en het werk te verhaasten van het herbouwen van Christelijke eenheid. Mogen wij in deze dringende zaak door het licht en de sterkte van de Heilige Geest worden begeleid.
In dit opzicht kan ik van harte dankzeggen aan de Heer voor de diepe broederlijke verhouding die zich tussen de Armeense Apostolische Kerk en de Katholieke Kerk heeft ontwikkeld. In de dertiende eeuw, schreef Nerses van Lambron, één van de grote leraren van de Armeense Kerk, deze woorden van aanmoediging: „Aangezien wij allen vrede met God nodig hebben, laat dan nu de harmonie onder de broeders het fundament zijn. Wij hebben bij God om vrede gebeden en blijven dit doen. Kijk, Hij geeft het nu aan ons als gift: laat we het verwelkomen! Wij vroegen de Heer om Zijn heilige Kerk stevig te maken en heeft welwillend onze bede aanhoord. Beklim daarom de berg van het geloof van het Evangelie!”
Nerses van Lambron, Discorso Sinodale. Deze woorden van Nerses hebben niets van hun macht verloren. Samen blijven we om de eenheid van alle Christenen bidden, zodat, door deze gave van boven met open harten te ontvangen, wij kunnen steeds overtuigend getuigen zijn van de waarheid van het Evangelie en de betere dienaren van de opdracht van de Kerk.