Jacobus Kard. Lercaro - 25 mei 1967
EUCHARISTICUM MYSTERIUM Over de Eredienst van de Eucharistie |
|||
► | DE VIERING VAN DE EUCHARISTIE ALS BLIJVEND SACRAMENT. | ||
► | Oefeningen van godsvrucht ter ere van de Eucharistie. |
Zowel de persoonlijke als publieke godsvrucht jegens het altaarsacrament, ook buiten de Mis, zoals die is geregeld door de richtlijnen van het bevoegde gezag en van deze Instructie, wordt ten zeerste door de Kerk aanbevolen, omdat het eucharistisch offer bron en hoogtepunt is van heel het christelijk leven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11
Bij de regeling van deze oefeningen van godsvrucht dient men acht te geven op de normen, die het Tweede Vaticaans Concilie heeft opgesteld aangaande de juiste verhouding tussen de liturgie en andere niet-liturgische plechtigheden. In het bijzonder lette men op de volgende regel: „Men moet bij deze oefeningen rekening houden met de liturgische tijden en ze zó regelen, dat ze in overeenstemming zijn met de heilige liturgie, in zekere zin daaruit voortvloeien en het volk voeren tot de liturgie, die immers krachtens haar aard deze oefeningen verre overtreft.” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 13