Jacobus Kard. Lercaro - 25 mei 1967
Bij de eucharistische congressen moeten de gelovigen ernaar streven om dit heilig geheim onder zijn verschillende aspecten (zie nr. 3 van deze Instructie) dieper te leren kennen. Zij moeten dit geheim vieren overeenkomstig de richtlijnen van het Vaticanum II en het vereren door een langduriger persoonlijk gebed en oefeningen van godsvrucht, vooral bij de plechtige processie. Maar alle uitingen van godsvrucht moeten hun hoogtepunt vinden in de plechtige viering van de Mis.
Tijdens het eucharistisch congres, althans dat voor een hele streek wordt gehouden, is het wenselijk om in enkele kerken een voortdurende aanbidding te houden.
Deze Instructie heeft paus Paulus VI in de audiëntie, verleend aan Zijne Eminentie Arcadius M. kardinaal Larraona, prefect van deze Congregatie, op 13 april 1967, goedgekeurd en met zijn gezag bekrachtigd en de publicatie ervan bevolen; hij heeft tevens bepaald, dat ze van kracht wordt op 15 augustus 1967, feest van de Tenhemelopneming van de heilige Maagd Maria.Niettegenstaande alles wat hiermee in strijd mocht zijn.
Rome, 25 mei 1967, Sacramentsdag.Jacobus kard. Lercaro,
Aartsbisschop van Bologna,
Voorzitter van de Raad tot uitvoering van
de Constitutie over de heilige Liturgie.Arcadius M. kard. Larraona,
Prefect van de Ritencongregatie.Ferdinandus Antonelli,
Titulair bisschop van Idicra,
Secretaris van de Ritencongregatie.