Jacobus Kard. Lercaro - 25 mei 1967
Het verdient aanbeveling om bij de viering op zondag de actieve deelname van heel het volk, die in de zang tot uiting komt, krachtig te bevorderen; men geve zelfs zoveel mogelijk de voorkeur aan een Mis met zang. Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de muziek in de Heilige Liturgie, Musicam Sacram (5 mrt 1967), 16.27
Vooral op zon- en feestdagen moet men bij de vieringen in andere kerken en kapellen rekening houden met de vieringen in de parochiekerk, zodat ze een steun kunnen zijn voor de pastorale activiteit. Het verdient zelfs aanbeveling, dat kleine niet-klerikale gemeenschappen van religieuzen en soortgelijke, vooral wanneer ze werkzaam zijn in de parochie, op die dagen deelnemen aan de Mis in de parochiekerk.
Wat betreft het uur en het aantal van de Missen in de parochie moet men uitgaan van het nut van de parochiegemeenschap. Het aantal Missen mag niet zó groot zijn, dat daardoor een werkelijk efficiënte pastorale activiteit wordt belemmerd. Dit zou bijv. het geval zijn, als tengevolge van het groot aantal Missen, bij iedere Mis slechts kleine groepen van gelovigen aanwezig zouden zijn in kerken, die een veel groter aantal kunnen bevatten; of als om diezelfde reden de priesters zó met werk zouden worden overladen dat zij hun taak slechts met grote moeite kunnen vervullen.