
Jacobus Kard. Lercaro - 25 mei 1967
Bij de liturgische viering zorge men ervoor de gemeenschap niet te verdelen en haar aandacht niet te vragen voor verschillende dingen tegelijk. Daarom vermijde men in éénzelfde kerk twee gelijktijdige liturgische vieringen, die de aandacht van het volk op verschillende dingen zouden richten.
Het gezegde geldt vooral voor de viering van de Eucharistie. Daarom moet men de vorming van aparte groepen, zoals die vaak het gevolg is van de viering van meerdere Missen tegelijk in éénzelfde kerk, met alle middelen trachten te voorkomen op zondagen en geboden feestdagen, wanneer de Mis voor het volk gecelebreerd wordt.
Dit moet trouwens ook op de andere dagen zoveel mogelijk in acht worden genomen. Het beste kan dit worden bereikt door een concelebratie, overeenkomstig het recht, van priesters, die op eenzelfde tijd wensen te celebreren. Alinea 47
Men zorge er ook voor, de viering van het goddelijk officie in koor of gemeenschappelijk, een preek, het toedienen van een doopsel of de viering van een huwelijk niet in één en dezelfde kerk te laten samenvallen met een vastgestelde Mis voor het volk.