Paus Benedictus XVI - 28 november 2006
Ook ik wil graag de kwaliteiten van de Turkse bevolking benadrukken. Graag maak ik de woorden mij eigen die mijn directe voorganger Paus Johannes Paulus II bij gelegenheid van zijn pastorale bezoek heeft gesproken: "Ik vraag mij af, of het niet noodzakelijk is, dat vooral nu, wanneer christenen en moslims een nieuwe periode van de geschiedenis ingaan, de spirituele banden, die ons verenigen, erkend en ontwikkeld worden, zodat gezamenlijk ten gunste van alle mensen 'vrede, vrijheid, sociale gerechtigheid en morele waarden' geschapen en verspreid worden." H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de Katholieke gemeenschap in Ankara (28 nov 1979).
Deze vragen zijn in de loop van de tijd telkens gesteld. Zoals ik aan het begin van mijn pontificaat heb gezegd, dringen deze vragen ertoe onze dialoog als een serieuze uitwisseling tussen vrienden voort te zetten.
Vorig jaar heb ik in het kader van de Wereldjongerendagen te Keulen de vreugde gehad vertegenwoordigers van de islamitische gemeenschap te ontmoeten. Ik heb toen eraan herinnerd dat het noodzakelijk is de interreligieuze en interculturele dialoog met optimisme en hoop te voeren. Het kan niet beperkt worden tot een mogelijk extra, integendeel: Het is een "wezenlijke noodzaak waarvan onze toekomst grotendeels afhangt." Paus Benedictus XVI, Toespraak, Ontmoeting met vertegenwoordigers van enkele moslimgemeenschappen (20 aug 2005)
Christenen en moslims, die ieder hun religie volgen, verwijzen naar de waarheid van het heilige karakter en van de waardigheid van de mens. Dit is de basis voor wederzijds respect en achting, dit is de basis voor de samenwerking in de dienst van de vrede onder de volken en de naties, waar alle gelovigen en alle mensen van de goede wil naar uitzien.
Al meer dan 40 jaar heeft de leer van het Tweede Vaticaans Concilie het nader tot elkaar komen van de Heilige Stoel en de plaatselijke kerken met de volgelingen van andere religies geïnspireerd en geleid.