H. Paus Johannes XXIII - 1 augustus 1959
Het zou echter een ernstige misvatting zijn omtrent de gedachtegang van deze Opperherder, zo bezorgd Voor de heiligheid van de priesters, en omtrent de bestendige lering der Kerk, als men daaruit zou willen besluiten, dat de wereldgeestelijke minder tot volmaaktheid is geroepen dan de religieus. Het tegendeel is waar, want de vervulling van de priesterlijke functies "vereist een grotere innerlijke heiligheid zelfs dan de kloosterstaat" H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II, q. 184, a. 8, in c.. En zo de beoefening van de evangelische raden. Voor de bereiking van deze heiligheid van leven de priester niet wordt opgelegd krachtens zijn geestelijke stand, is het toch duidelijk, dat hij ze, gelijk alle leerlingen van de Heer, als de veiligste weg naar de christelijke volmaaktheid heeft te volgen. Hoeveel edelmoedige priesters hebben dit overigens, tot Onze grote troost, in onze dagen begrepen! Terwijl zij lid van de seculiere geestelijkheid blijven, vragen zij aan door de Kerk goedgekeurde vrome instellingen om hen te leiden en te steunen, teneinde gemakkelijker en gereder deze weg der volmaaktheid te kunnen gaan.
Overtuigd dat "de grootheid van het priesterschap geheel en al in de navolging van Jezus Christus is gelegen" cfr. A.A.S. XLV, 1953, p. 288, moeten de priesters derhalve meer dan ooit gehoor geven aan deze wekroep van de goddelijke Meester: "Wanneer iemand Mijn volgeling wil zijn, dan verloochene hij zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij" (Mt. 16, 24). Men vertelt, dat de heilige Pastoor van Ars "dit Woord van onze Heer vaak had overwogen en trachtte het in praktijk te brengen" cfr. Arch. Becret. Vat. t. 227, p. 42. God gaf hem de genade er op heldhaftige wijze trouw aan te blijven; en zijn voorbeeld toont ons de veilige weg der ascese, waar hij schitterde met grote glans door zijn armoede, zijn zuiverheid en zijn gehoorzaamheid.
Ziet op de eerste plaats naar het getuigenis van armoede van de nederige Pastoor van Ars, een waardige volgeling van de heilige Franciscus van Assisië, wiens trouwe leerling hij was in de Derde Orde cfr. Arch. Becret. Vat. t. 1. 227, p. 137. Rijk voor de anderen, maar zeer arm voor zichzelf, leefde hij in een totale onthechting aan de goederen van deze wereld, en zijn waarlijk vrije hart stelde hij wijd open voor de stoffelijke en geestelijke ellenden, die van alle zijden op hem toe stroomden. "Mijn geheim is heel eenvoudig, zei hij. Het ligt opgesloten in deze enkele Woorden: alles geven en niets voor zichzelf behouden" cfr. Arch. Becret. Vat. t. 227, p. 92.
De heilige Jean-Marie Vianney, die arm was aan bezit, was ook verstorven in zijn vlees. "Er is maar één manier om zich te wijden aan God in de beoefening van de zelfverloochening en de boetvaardigheid, zei hij, namelijk zich geheel en al aan Hem wijden" cfr. Arch. Secret. Vat. t. 227, p. 91. En heel zijn leven beoefende hij in een heldhaftige graad de ascese van de zuiverheid.
En heel zijn leven beoefende hij in een heldhaftige graad de ascese van de zuiverheid. Zijn voorbeeld lijkt in dit opzicht bijzonder opportuun, want in vele streken zijn de priesters tegenwoordig helaas genoodzaakt, juist uit hoofde van hun ambt, te leven in een wereld, waarin een sfeer van excessieve vrijheid en zinnelijkheid heerst. En het woord van Sint Thomas is voor hen maar al te waar: "Het is soms zeer moeilijk om deugdzaam te leven wanneer men in de zielzorg staat, op grond van de uitwendige gevaren" H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I. c.. Daarenboven voelen zij zich vaak alleen, verkeerd begrepen en nauwelijks gesteund zelfs door de gelovigen aan wie zij zich wijden.
Tot allen, vooral tot de meest verlatenen en tot degenen die het ernstigst aan gevaren blootstaan, richten Wij hier een zeer dringende oproep, opdat hun gehele leven een zuiver getuigenis moge zijn voor de deugd, welke de heilige Pius X noemde "het schoonste sieraad van onze stand" Heilig Officie, Errores doctrinae moralis laxioris (18 mrt 1666), 48.
En Wij bevelen u dringend aan, Eerbiedwaardige Broeders, uw priesters zoveel als in uw vermogen ligt bestaans- en arbeidsvoorwaarden te verzekeren, welke hun edelmoedig streven ondersteunen. Tot iedere prijs moeten de gevaren van de eenzaamheid bestreden worden, moeten onberadenheid en onverstand worden beteugeld, moeten de bekoringen van de ledigheid en het gevaar voor overspanning worden voorkomen. Ook herinnere men zich in dit verband de magnifieke lessen van Onze onmiddellijke Voorganger in de Encycliek Paus Pius XII - Encycliek
Sacra virginitas
Over gelofte van de maagdelijkheid (25 maart 1954). Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over gelofte van de maagdelijkheid, Sacra virginitas (25 mrt 1954). A.A.S. XLVI, 1954, pp. 161-191