• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
PROVIDA MATER ECCLESIA
Over seculiere instituten
9  -  Het vertrouwen van de Kerk in de seculiere instituten

9 - Het vertrouwen van de Kerk in de seculiere instituten

Deze verenigingen, die van nu af „seculiere instituten" zullen heten, zijn niet zonder bijzondere ingeving van de Goddelijke Voorzienigheid voor het eerst gesticht in de eerste helft van de vorige eeuw, met het doel trouw „de evangelische raden te volgen in de wereld en de werken van liefde met grotere vrijheid te beoefenen, wat de religieuzen door de ongunst van de tijden geheel of bijna geheel onmogelijk werd gemaakt. Congregatie voor de Bisschoppen en Regulieren, Ecclesia Catholica (11 aug 1889). A.S.S. 28 (1890-1891) 631 De oudste van deze instituten zijn deugde lijk gebleken. Zij hebben door hun werken en daden meer dan afdoende bewezen, dat dank zij een strenge en voorzichtige selectie van de leden, dank zij een zorgvuldige en behoorlijk lange vorming, dank zij een aangepaste, tegelijk krachtige en toch soepele levensregeling ook in de wereld, door Gods. bijzondere roeping en door de hulp van Zijn genade, beslist een werkelijk strikte en doeltreffende, niet alleen een inwendige, maar ook een uiterlijke en bijna religieuze toewijding van zichzelf aan de Heer mogelijk is; zij hebben bewezen, een zeer geschikt instrument van penetratie en apostolaat te zijn. En om deze vele redenen werden meermalen „die verenigingen van gelovigen evenzeer door de H. Stoel geprezen als de echte religieuze congregaties.

De gelukkige groei van deze instituten maakte het met de dag duidelijker, in hoe menig opzicht zij succesvol tot steun van de Kerk en van de zielen konden worden aangewend. Deze instituten kunnen gemakkelijk dienen en aangewend worden als een middel om altijd en overal ernstig een leven van volmaaktheid te leiden; zelfs in meerdere gevallen om zulk een leven te omhelzen, als het canoniek-religieuze leven onmogelijk of niet gewenst leek; om een krachtige christelijke vernieuwing te brengen in de gezinnen, de beroepen en heel de burgerlijke maatschappij door ze in intiem en dagelijks contact te brengen met een leven, dat volmaakt en volledig aan de heiligheid is gewijd; om een veelzijdig apostolaat en ministerie uit te oefenen op plaatsen en tijden en in omstandigheden, die voor priesters en religieuzen verboden of ontoegankelijk zijn. Van de andere kant heeft de ervaring aangetoond, dat het niet aan moeilijkheden en gevaren ontbrak, die het in vrijheid geleide leven van volmaaktheid soms en zelfs gemakkelijk met zich meebracht, omdat de uitwendige steun van klóos-terkleed en gemeenschappelijk leven ontbrak en de waakzaamheid van de ordinarissen, aan wier aandacht het gemakkelijk kon ontsnappen, en het toezicht van de oversten, die niet zelden veraf waren. Ook begon men zich af te vragen, welke de juridische aard was van deze instituten en welke bedoeling de H. Stoel had bij de goedkeuring ervan. Hier willen wij het decreet vermelden Congregatie voor de Bisschoppen en Regulieren
Ecclesia Catholica (11 augustus 1889)
, dat uitgevaardigd werd door de H. Congregatie van bisschoppen en regulieren en 11 Augustus 1889 door onze onvergetelijke voorganger Leo XIII is bekrachtigd. In dit decreet werd niet verboden, deze instituten te prijzen en goed te keuren, maar wel werd er in gezegd, dat de H. Congregatie, als zij deze instituten prees en goedkeurde, ze heeft willen prijzen en goedkeuren niet als kloosterinstellingen met plechtige geloften of als echte religieuze congregaties met eenvoudige geloften, maar alleen als vrome verenigingen, waarin, afgezien van andere eigenschappen, die door het tegenwoordige kerkelijke recht worden verlangd, geen eigenlijke religieuze professie wordt afgelegd, maar waarin de geloften, als die worden afgelegd, worden beschouwd als private geloften en niet als publieke, die door de wettige overste in naam van de Kerk worden aanvaard. Bovendien, zo voegde de H. Congregatie eraan toe, worden die verenigingen geprezen of goedgekeurd onder deze essentiële voorwaarde, dat zij geheel en volledig bekend zijn aan hun respectieve ordinarissen en zich geheel aan hun rechtsmacht onderwerpen. Deze voorschriften en verklaringen van de H. Congregatie van bisschoppen en regulieren zijn van groot nut geweest om de eigen aard van deze instituten in het licht te stellen en zij hebben zonder belemmering hun ontwikkeling en hun groei geregeld.

Document

Naam: PROVIDA MATER ECCLESIA
Over seculiere instituten
Soort: Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Auteur: Paus Pius XII
Datum: 2 februari 1947
Copyrights: © 1957, Ecclesia Docens 0769
Vert.: Dr. Chr. Oomen C.ss.R. en Dr. M. Mulders C.ss.R., in samenwerking met Drs. R. van Kempen C.ss.R.
Bewerkt: 3 februari 2022

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test