PROVIDA MATER ECCLESIAOver seculiere instituten
(Soort document: Paus Pius XII - Apostolische Constitutie)
Paus Pius XII -
2 februari 1947
Terwijl wij het edele streven naar de volmaaktheid van afzonderlijke personen wat het
forum internum (het persoonlijk geweten) betreft dringend in de voorzichtigheid en ijver van de geestelijke leidslieden aanbevelen, gaat onze zorg thans uit naar de verenigingen, die ten overstaan van de Kerk, in
foro externo gelijk men zegt (voor het leven in de openbaarheid), er ernstig naar streven, hun leden naar een leven van soliede volmaaktheid te voeren. Hier zijn echter niet alle verenigingen bedoeld, die in de wereld oprecht de christelijke volmaaktheid nastreven, maar alleen die, welke door hun innerlijke inrichting, door de hiërarchische regeling van hun bestuur, door de volledige en van alle andere banden vrije wegschenking, die men van de eigenlijke leden eist, door de beoefening van de evangelische raden, door de wijze, waarop zij ministerie en apostolaat uitoefenen, dichter naderen — wat het wezen betreft — tot de canonieke staten van volmaaktheid en vooral tot de genootschappen zonder publieke geloften (tit. 17), ofschoon zij niet het gemeenschappelijk leven van de religieuzen hebben, maar andere uitwendige levensvormen.