Paus Pius XII - 2 februari 1947
§ 1. Wil de H. Congregatie van de religieuzen aan de bisschoppen, die haar volgens voorschrift van art. V, § 2 vooraf raadplegen over de oprichting van instituten, verlof tot die oprichting kunnen geven, dan moet zij met de aanpassing, die volgens haar oordeel nodig is, ingelicht worden omtrent alles, wat voor de oprichting van een congregatie of een genootschap met gemeenschappelijk leven van diocesaan recht in de normae door die H. Congregatie is vastgesteld (nn. 3-5); en eveneens omtrent andere punten, die krachtens gebruik en praktijk van die H. Congregatie zijn ingevoerd of in de toekomst ingevoerd zullen worden.
§ 2. Na verkregen verlof van de H. Congregatie van de religieuzen is er geen enkel bezwaar, dat de bisschoppen in volle vrijheid van hun eigen recht gebruik maken en de oprichting tot stand brengen. De bisschoppen moeten evenwel niet verzuimen, aan die H. Congregatie officieel mededeling te doen van de oprichting.