
Paus Pius XII - 2 februari 1947
§ 1. De seculiere instituten (art. I) zijn onderworpen aan de H. Congregatie voor de religieuzen, met behoud van de rechten van de H. Congregatie voor de voortplanting van het geloof volgens de norm van Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), wat betreft de verenigingen en seminaries voor de missies bestemd.
§ 2. Verenigingen die niet voldoen aan de definitie of niet volledig het doel nastreven, in art. I omschreven, alsook die, welke een of ander van de in art. I en III van deze apostolische constitutie genoemde elementen missen, vallen onder het recht voor de verenigingen van gelovigen, waarover de Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917) handelen en zijn onderworpen aan de H. Congregatie van het concilie met behoud van het voorschrift van Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917) wat de missiegebieden betreft.