
Joseph Kardinaal Ratzinger - 22 maart 1986
De situaties van ernstige onrechtvaardigheid vragen de moed tot diepgaande veranderingen en de afschaffing van onrechtvaardige voorrechten. Maar zij die de weg van de hervormingen verdacht maken ten gunste van de mythe van de revolutie, koesteren niet alleen de illusie, dat opheffing van een onrechtvaardige situatie op zich volstaat om een menselijker samenleving tot stand te brengen, maar bevorderen ook de opkomst van totalitaire regimes. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie over bepaalde aspecten van de "Theologie van de Bevrijding", Libertatis nuntius (6 aug 1984), 112. XI, 10: AAS 76 (1984), pp. 905-906 De strijd tegen onrechtvaardigheden heeft geen zin, wanneer ze niet wordt gevoerd met de bedoeling een nieuwe sociale en politieke orde in te voeren, welke in overeenstemming is met de eisen van de rechtvaardigheid. Deze moeten reeds de etappen van de invoering kenmerken. Er bestaat een moraliteit van de middelen. Vgl. Latijns-Amerika (CELAM), 3de Algemene Vergadering van Latijns-Amerikaanse bisschoppen Puebla (13 feb 1979) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, In Drogheda, Ierland, Keer terug van de weg van het geweld (29 sept 1979)