H. Paus Johannes Paulus II - 28 januari 1979
Deze stem van de Kerk, die de echo is van de stem van het menselijk geweten, is steeds blijven klinken, alle eeuwen door, temidden van de meest verscheiden sociale en culturele systemen en toestanden. Zij verdient, ja het is zelfs noodzakelijk, dat zij gehoord wordt ook in onze tijd die getuige is van groeiende rijkdom van enkelen en tegelijk steeds groeiende armoede van de massa’s.
In deze omstandigheden krijgt de leer van de Kerk, volgens welke alle privé eigendom belast is met een sociale hypotheek, een dringend karakter. In verband met deze leer heeft de Kerk een zending te vervullen: zij moet zowel personen als gemeenschappen opvoeden; zij moet de publieke opinie vormen; zij moet leiding geven aan de leiders van de volken. Op deze wijze zal zij werken ten gunste van de gemeenschap waarin dit christelijke en evangelische beginsel tenslotte de vrucht zal dragen van een meer rechtvaardige en billijke verdeling van de goederen, niet alleen onder elk volk afzonderlijk, maar ook internationaal, over de gehele wereld; en zo zal zij voorkomen, dat de sterkste landen hun macht gebruiken ten nadele van de zwakste.
Zij die de verantwoordelijkheid van het openbaar leven in de staten en naties dragen, moeten inzien, dat interne en internationale vrede alleen verzekerd kunnen zijn, indien er een sociaal en economisch systeem heerst, dat gebaseerd is op gerechtigheid.
Christus bleef niet onverschillig ten opzichte van deze grote en zware eis van de sociale moraal. Evenmin zal de Kerk dit kunnen doen. Laat ons, inde geest van de Kerk, die de geest van Christus is, en ondersteunt door haar ruime en hechte leer, het werk op di terrein weer opnemen.
Hier moet nogmaals worden onderstreept, dat de zorg van de Kerk zich uitstrekt over de mens in zijn geheel.
Daarom is het een onmisbare voorwaarde, dat – wil een economisch systeem rechtvaardig zijn – het de ontwikkeling en verbreiding van onderwijs en beschaving bevordert. Hoe rechtvaardiger de economie is, des te dieper zal het bewustzijn van de cultuur zijn. Dit komt geheel overeen met hetgeen het concilie uitsprak, namelijk dat om een menswaardig leven te bereiken, het niet mogelijk is zich te bepalen tot meer hebben, maar dat men moet streven naar meer zijn Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 35.
Daarom broeders, put uit deze autentieke bronnen. Spreekt de taal van het concilie, van Johannes XXIII, van Paulus VI; het is de taal van de ervaring, de taal van het lijden, van de hoop die in de hedendaagse wereld leeft.
Toen Paulus VI verklaarde ”ontwikkeling het nieuwe word voor vrede is” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 76, had hij al die banden van onderlinge afhankelijkheid voor ogen, die niet alleen tussen naties, maar ook daarbuiten, op wereldniveau bestaan. Hij nam de tendenzen in beschouwing, die, omdat zij niet beheerst worden door echt humanisme maar door materialisme, op internationaal niveau de rijken steeds rijker maken ten koste van de armen, die steeds armer worden.
Geen economische wet is in staat om deze tendenzen zelf te veranderen. In het internationale leven is het nodig een beroep te doen op zedelijke beginselen, op de eisen van gerechtigheid, op het eerste gebod: de liefde. Voorop staat de moraal, het geestelijke, dat wat ontspringt aan de volle waarheid over de mens.
Ik heb U deze gedachten willen meedelen omdat ik ze zo belangrijk acht; maar zij dienen U niet af te leiden van het centrale thema van de conferentie: de mens, de rechtvaardigheid zullen wij bereiken door de verkondiging van het Evangelie.