Paus Pius XII - 8 september 1953
FULGENS CORONA Stralende erekroon - 100 jaar dogmaverklaring Onbevlekte Ontvangenis |
|||
► | Afkondiging van het Mariajaar | ||
► | Gebedsinzichten |
Vele zaken toch zijn er, waarin wij allen in de huidige omstandigheden moeten vragen om de bescherming en voorspraak en machtige tussenkomst van de H. Maagd. Vooreerst dat eenieder, zoals Wij gezegd hebben, met de hulp van Gods genade zijn leven dagelijks meer aanpasse aan de christelijke geboden daar het geloof zonder werken dood is, Vgl. Jak. 2, 20.26 en niemand naar behoren iets kan uitrichten voor het welzijn van anderen, tenzij hij eerst door zijn deugdzaam leven anderen ten voorbeeld is.
Allen moeten met aandrang en herhaaldelijk bidden, dat de jeugd rein en gaaf moge opgroeien, edelmoedig en sterk in het geloof, en dat zij niet duldt in de bloei van haar leven door de bedorven geest van deze tijd te worden besmet en door de ondeugd te worden aangetast; dat zij haar onbeteugelde neigingen en opkomende hartstochten leert bedwingen, en alle verleiding schuwend zich niet laat meeslepen tot wat slecht of gevaarlijk is, maar altijd zoekt wat schoon is en verheven, beminnenswaard en verheffend.
Allen moeten eensgezind smeken, dat de volwassenen en ouderen de anderen voorgaan in christelijke rechtschapenheid en sterkte; dat het familieleven krachtig moge bloeien door de ongeschonden trouw der ouders, door een godsdienstige opvoeding der kinderen, door wederzijdse hulp en eensgezindheid.
Allen moeten vragen, dat de bejaarden zo op een welgesteld leven mogen terugzien, dat zij niets behoeven te vrezen, wanneer eenmaal het einde van hun aardse leven nadert, en dat zij niet door gewetensangsten geplaagd worden of reden hebben zich te schamen, maar eerder vast vertrouwen weldra het loon voor hun dagelijkse zwoegen te zullen ontvangen.
Allen moeten de Goddelijke Moeder smekend bidden om brood voor de hongerigen, gerechtigheid voor de onderdrukten, terugkeer naar het vaderland voor de verbannenen, een gastvrij onderdak voor de ontheemden; om vrijlating voor hen, die onrechtvaardig in de gevangenis zijn geworpen of in hechtenis genomen, om de vurig verlangde terugkeer naar hun woonplaatsen voor allen, die zoveel jaren na het einde van de oorlog nog steeds in krijgsgevangenschap zuchten; voor de blinden naar ziel en lichaam de vreugde van het stralend licht; en voor allen, die door haat, nijd en tweedracht van elkaar gescheiden zijn, de broederlijke liefde en die eendracht en vredelievende samenwerking, die berust op waarheid, rechtvaardigheid en wederzijdse hulpvaardigheid.