• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

GENETISCHE MANIPULATIE DIE HET LEVEN VAN DE MENS TOT EEN OBJECT HERLEIDT, IS EIGENMACHTIG EN ONJUIST
Tot de deelnemers aan de 35e algemene vergadering van de Medische wereldbond

Dames en heren,

Aan het einde van de 35e algemene vergadering van de Medische wereldbond in Venetië, hebt u zich voorgenomen naar Rome te komen om mij te ontmoeten. U bent van harte welkom in dit huis, te meer omdat er een bijzondere overeenkomst bestaat tussen uw zorgen en die van de Kerk. De geneeskunde is een voortreffelijke, wezenlijke vorm van dienstbaarheid aan de mens. Zij moet de mens allereerst helpen leven en de handicaps te overwinnen die de normale werking van al zijn organische functies in hun psyche-lichamelijke eenheid bemoeilijken. De mens staat ook in het middelpunt van de zorgen van de Kerk, waarvan het de zending is met de genade van Christus de mens te redden, hem in zijn geestelijke en morele ongeschonden toestand te herstellen en hem tot zijn algehele ontwikkeling te brengen waarin ook het lichaam zijn deel heeft. Daarom gaan de bediening van de Kerk en het getuigenis van de Christenen samen met hun zorg voor de zieken.

Ik wens daarom met u ten zeerste dat de medische wetenschap en de geneeskunde nog meer voortgang maken. De strijd tegen de verworven acute of chronische ziekten is reeds zeer doeltreffend geworden. Hetgeen tegen erfelijke kwalen wordt ondernomen maakt ook aanspraak op vorderingen. Waarom zou men niet wensen, dat u in de huidige samenleving - welke zoveel besteedt aan het comfort van de gezonden - voldoende aandacht en hulp vindt om aan de zieken van vandaag en morgen de zorg te wijden die zij vereisen?

Het thema van uw bijeenkomst in Venetiƫ, 'de geneeskunde en de rechten van de mens', was een reden te meer om de belangstelling van de Heilige Stoel te wekken. Hoe dikwijls heb ik de gelegenheid gehad over de fundamentele en onvervreemdbare rechten van de mens te spreken, tot H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak
De waardigheid van de menselijke persoon als grondslag voor rechtvaardigheid en vrede
Tot de 34e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties - New York
(2 oktober 1979)
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 34e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties - New York, De waardigheid van de menselijke persoon als grondslag voor rechtvaardigheid en vrede (2 okt 1979), 13!. Het geheel van deze rechten beantwoordt aan het wezen van de waardigheid van de mens. De geneeskunde heeft bijzonder te maken met de eerbiediging van deze rechten. Het recht van de mens op leven - vanaf het moment van de conceptie tot zijn dood - is het eerste en fundamentele recht als wortel en bron van alle andere rechten. In dezelfde zin wordt gesproken van het "recht op gezondheid", dat wil zeggen op de beste voorwaarden voor een goede gezondheid. Men denkt ook aan de eerbiediging van de lichamelijke ongeschondenheid, de medische geheimhouding, de vrijheid te worden behandeld en overal waar mogelijk zijn arts te kiezen.

De rechten waarop een beroep wordt gedaan, zijn niet op de eerste plaats die welke door de veranderlijke wetten van de burgerlijke samenleving worden erkend, maar zijn nauw verbonden met de fundamentele beginselen, met de morele wet, welke op het zijn zelf is gebaseerd en onveranderlijk is. Het gebied van de beroepsethiek kan vandaag vooral het meest kwetsbare van de geneeskunde lijken; maar ze is wezenlijk, en de medische moraal moet door de artsen altijd als de norm van hun beroepsuitoefening worden beschouwd, welke de grootste aandacht en vooral de grootste inspanning verdient om haar te beschermen.

Het is duidelijk dat de ongehoorde en snelle vooruitgang van de medische wetenschap herhaaldelijk een heroverwegingen van haar beroepsethiek meebrengt. U wordt noodzakelijkerwijs met nieuwe boeiende maar zeer delicate vragen geconfronteerd. De Kerk begrijpt dat en gaat graag met uw bezinningen mee in respect voor uw verantwoordelijkheden.

Maar het zoeken van een bevredigend standpunt op ethisch vlak hangt in de grond af van het begrip dat men zich van de geneeskunde vormt. Het gaat erom uiteindelijk te weten of de geneeskunde werkelijk in dienst staat van de menselijke persoon, van haar waardigheid, in hetgeen zij aan unieks en transcendents bezit, of dat de geneeskunde allereerst wordt beschouwd als werktuig van de collectiviteit, in dienst van de belangen van de gezonden aan wie de zorg voor de zieken ondergeschikt wordt gemaakt. Welnu, de medische moraal is altijd, vanaf Hippocrates, bepaald door de eerbiediging en bescherming van de menselijke persoon. Wat op het spel staat is veel meer dan het veilig stellen van een traditionele beroepsethiek; het is de eerbiediging van een geneeskunde begrip, dat voor de mens van alle tijden geldt, dat de mens van morgen beschermt dank zij de waarde die aan de menselijke persoon wordt toegekend, een subject van rechten en plichten, en nooit een object dat bruikbaar is voor andere doeleinden, al was het voor een zogenaamd sociaal goed.

U staat me wel toe enkele in mijn ogen belangrijke punten aan te roeren. De overtuigingen waarvan ik tegenover u getuig, zijn die van de katholieke Kerk, waarover ik als universeel herder ben aangesteld. Voor ons is de mens een naar het beeld van God geschapen wezen, door Christus verlost en geroepen tot een onsterfelijke bestemming. Deze overtuigingen hebben, naar ik hoop, de gelovigen gemeen, die de bijbel als woord van God aanvaarden. Maar omdat ze ons tot de grootste eerbied voor het menselijk wezen brengen, ben ik er zeker van, dat ze alle mensen van goede wil gemeen zijn, die zich op de situatie van de mens bezinnen en hem tot elke prijs willen behoeden voor wat zijn leven, zijn waardigheid en zijn vrijheid bedreigt.

Allereerst de eerbied voor het leven. Er zijn geen gelovige of niet-gelovige mensen die kunnen weigeren het menselijk leven te eerbiedigen, het zich tot een plicht te maken het te verdedigen, het te behoeden, heel bijzonder wanneer het nog geen stem heeft om zijn rechten te doen kennen. Mogen alle medici trouw zijn aan de eed van Hippocrates, welke zij aflegden ten tijde van hun doctoraat! In dezelfde lijn nam de algemene vergadering van de Medische wereldbond in 1948 in Genève de eedformule aan die duidelijk bepaalde:

"Ik zal de absolute eerbiediging van het menselijk leven vanaf de conceptie in acht nemen, en zelfs onder bedreiging zal ik geen gebruik maken van mijn medische kennis tegen de wetten van de menselijkheid".

Ik hoop dat deze plechtige verbintenis in ieder opzicht de gedragslijn van de artsen zal blijven. Het gaat om hun eer. Het gaat om het vertrouwen dat zij verdienen. Het gaat om hun geweten, welke ook de concessies zijn, die de burgerlijke wet zich veroorlooft te doen inzake bijvoorbeeld abortus en euthanasie. Er wordt van u verwacht, dat u het kwaad, datgene wat in strijd is met het leven, aangrijpt, maar zonder het leven zelf op te offeren, dat het grootste goed is en ons niet toebehoort. Alleen God is de meester van het menselijk leven en van zijn integriteit.

Een tweede punt dat ik voor u wil benadrukken, is de eenheid van het menselijk wezen: het is belangrijk dat het technische probleem dat zich voordoet bij de behandeling van een bepaalde aandoening, niet geïsoleerd wordt van de aandacht welke aan de persoon van de zieke moet worden geschonken in al zijn dimensies. Het is goed daaraan te herinneren nu de medische wetenschap naar specialisatie van elk vakgebied streeft. De arts van gisteren was bovenal een huisarts. Zijn blik omvatte dadelijk het geheel van organen en lichamelijke functies. En op een ander vlak kende hij ook het gezin van de patiënt, zijn milieu, de samenhang van zijn geschiedenis. De ontwikkeling is onvermijdelijk en neigt naar specialisatie van studies en ingewikkeldheid van leven in de samenleving. U moet tenminste zonder ophouden een poging doen om de diepe eenheid van het menselijk wezen te beschouwen in de duidelijke wisselwerking van al zijn lichamelijke functies, maar ook in de eenheid van zijn lichamelijke, affectieve, intellectuele en geestelijke dimensies. Het vorig jaar, 3 oktober, nodigde ik de katholieke artsen die in Rome bijeen waren, uit voortdurend in het perspectief te blijven van de menselijke persoon en de eisen die uit zijn waardigheid voortvloeien. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot het wereldcongres van katholieke artsen, De aanduiding 'katholieke arts' verplicht tot een hoger getuigenis (3 okt 1982) Het totaalperspectief waarin het belangrijk is het afzonderlijke medische probleem steeds weer te plaatsen, zou ook uitgebreid kunnen worden, niet alleen tot ieder individu, maar in een analoge zin tot de samenleving waar de vervollediging in staat is een bepaalde oplossing te vinden voor problemen die op individueel vlak zonder uitweg zijn. Het volstaat te denken aan de handicap van de definitieve lichamelijke onvruchtbaarheid waarvoor sommige gezinnen een compensatie vinden door adoptie of door toewijding aan kinderen van anderen.

Het derde punt wordt me aan de hand gedaan door een zeer belangrijk thema, dat tijdens uw algemene vergadering in Venetië is aangeroerd: de rechten van het menselijk wezen tegenover bepaalde nieuwe mogelijkheden van de geneeskunde, vooral op het gebied van de "genetische manipulatie", welke aan het morele geweten van ieder mens een ernstige vraag stelt. Hoe is namelijk een dergelijke manipulatie te verzoenen met de opvatting, welke de mens een aangeboren waardigheid en een onaantastbare autonomie toekent?

Een strikt therapeutische ingreep welke zich de genezing van verschillende ziekten ten doel stelt, zoals die welke verband houden met chromosomengebreken, zal in beginsel als gewenst worden beschouwd, op voorwaarde dat ze naar de werkelijke bevordering van het persoonlijk welzijn van de mens streeft zonder zijn integriteit te benadelen of zijn levensvoorwaarden te schaden. Een dergelijke ingreep ligt namelijk in de logica van de christelijke moraaltraditie, zoals ik op 23 oktober 1982 zei tegenover de Pauselijke academie van wetenschappen Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan de studieweek van de Pauselijke academie van wetenschappen, Het experimenteren in de biologie moet bijdragen aan het algeheel welzijn van de mens (23 okt 1982).

Maar hier komt de vraag terug. Het is namelijk van groot belang te weten of een ingreep op het genetisch erfgoed, welke de grenzen van de therapie in strikte zin te buiten gaat, eveneens moreel aanvaardbaar moet worden geacht. Voordat dat waar blijkt te zijn, moeten verscheidene voorwaarden worden gerespecteerd en bepaalde uitgangspunten worden aanvaard. Staat mij toe enkele ervan in herinnering te roepen.

De biologische natuur van ieder mens is in die zin onaantastbaar, dat ze de grondslag vormt van de persoonlijke eigenheid van het individu in heel de loop van zijn geschiedenis. Iedere menselijke persoon wordt in zijn absoluut unieke bijzonderheid niet alleen gevormd door zijn geest, maar ook door zijn lichaam. Zo wordt in het lichaam en door het lichaam de persoon zelf geraakt in zijn concrete werkelijkheid. De waardigheid van de mens respecteren komt bijgevolg neer op het veiligstellen van deze eigenheid van de mens "corpore et anima unus" (lichamelijk en geestelijk, niettemin één wezen), zoals het Tweede Vaticaans Concilie zegt 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 14. Op basis van deze antropologische visie moeten de fundamentele criteria worden gevonden voor de beslissingen die genomen moeten worden, als het gaat om niet strikt therapeutische ingrepen, bijvoorbeeld ingrepen die de verbetering van de menselijke biologische situatie op het oog hebben. Dit soort ingrepen mag vooral de oorsprong van het menselijk leven geen schade toebrengen, dat wil zeggen de voortplanting welke niet alleen verbonden is met de biologische, maar ook met de geestelijke vereniging van de ouders, die door de huwelijksband verenigd zijn; ze moeten bijgevolg de fundamentele waardigheid van de mensen en de gemeenschappelijke biologische natuur, welke aan de vrijheid ten grondslag ligt, eerbiedigen door manipulaties te vermijden die erop gericht zijn het genetisch erfgoed te wijzigen en groepen van andere mensen te scheppen op het gevaar af in de samenleving nieuwe marginalisaties te veroorzaken.

De fundamentele houding welke de ingrepen inspireren, waarover wij spreken, mag bovendien niet voortvloeien uit een racistische en materialistische mentaliteit, welke een menselijk welzijn beoogt, dat in werkelijkheid een afzwakking is. De waardigheid van de mens gaat zijn biologische situatie te boven.

De genetische manipulatie wordt eigenmachtig en onjuist wanneer ze het leven tot een object herleidt, wanneer ze vergeet met een menselijk subject te maken te hebben, dat in staat is tot denken en vrijheid, respect waardig is, welke zijn grenzen ook zijn; of wanneer ze op grond van criteria handelt welke niet op de algehele werkelijkheid van de menselijke persoon zijn gebaseerd op het gevaar af zijn waardigheid te schenden. In dit geval stelt ze de mens bloot aan grillen van anderen door hem van zijn autonomie te beroven.

Welk de wetenschappelijke en technische vooruitgang ook is, ze moet dus het grootste respect bewaren voor de morele waarden, die een bescherming van de waardigheid van de menselijke persoon vormen. En omdat het leven in de rangorde van de medische waarden het hoogste en meest wezenlijke goed van de mens is, is er een fundamenteel beginsel nodig: allereerst elke beschadiging verhinderen en vervolgens het welzijn zoeken en nastreven.

De uitdrukking 'genetische manipulatie' blijft, om de waarheid te zeggen, dubbelzinnig en moet het voorwerp vormen van een echt moreel onderscheidingsvermogen, want ze omvat enerzijds avontuurlijke proeven die erop gericht zijn een ik weet niet wat voor supermens te verwekken, en anderzijds heilzame ingrepen die het corrigeren van afwijkingen beogen, zoals bepaalde erfelijke ziekten, zonder nog te spreken van de nuttige toepassingen op de gebieden van de biologie van dieren en planten welke nuttig zijn voor de voedselproductie. In deze laatste gevallen beginnen sommigen te spreken van "genetische chirurgie", als om beter aan te geven, dat de arts niet ingrijpt om de natuur te wijzigen, maar om deze te helpen zich in haar lijn, die van de schepping, die door God gewild is, te ontplooien. Werkend op dit duidelijk delicate terrein sluit de onderzoeker zich aan bij het plan van God. God heeft gewild, dat de mens de koning van de schepping zou zijn. Aan u, chirurgen, specialisten van het laboratoriumwerk en huisartsen, doet God de eer aan met alle krachten van uw verstand mee te werken aan het scheppingswerk, dat op de eerste dag van de wereld begon.

Men kan alleen maar hulde brengen aan de onmetelijke vooruitgang welke in deze zin door de geneeskunde van de negentiende en twintigste eeuw is gemaakt. Maar zoals u ziet, is het meer dan ooit nodig de scheiding tussen wetenschap en ethiek te overwinnen en hun diepe eenheid terug te vinden. Het is de mens die u behandelt, de mens van wie juist de ethiek de waardigheid beschermt.

En terwijl ik u dank voor uw bezoek en uw vertrouwen, en me bewust ben van de zware verantwoordelijkheden die op u rusten, spreek ik mijn beste wensen uit voor uw werkzaamheden en uw getuigenis binnen de Medische wereldbond en te midden van uw medische medebroeders, en smeek de zegeningen af van God, de maker van het leven, over ieder van u, over uw werk, over uw gezinnen en uw vrienden.

Document

Naam: GENETISCHE MANIPULATIE DIE HET LEVEN VAN DE MENS TOT EEN OBJECT HERLEIDT, IS EIGENMACHTIG EN ONJUIST
Tot de deelnemers aan de 35e algemene vergadering van de Medische wereldbond
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 29 oktober 1983
Copyrights: © 1984, Archief van Kerken 39e jrg. nr. 3 p. 11-13
Bewerkt: 20 december 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test