Paus Pius XII - 10 april 1958
Het onderwerp dat u interesseert en waaraan dit Congres zijn naam ontleent, is de toegepaste psychologie; maar zonder uw onderzoekingen uitsluitend tot de praktische toepassingen te beperken, schenkt gij ook ruimschoots aandacht aan vraagstukken, die tot de theoretische psychologie behoren. Zoals men kan vaststellen naar aanleiding van het overvloedige documentatiemateriaal, dat gij Ons ter beschikking hebt gesteld, houdt ieder der vier secties, waarover uw werkzaamheden zijn verdeeld: psychologie toegepast op de arbeid en de voorlichting bij de beroepskeuze, medische psychologie, schoolpsychologie, en criminele, gerechtelijke en penitentiaire psychologie, zich herhaaldelijk bezig met de vraagstukken van ethiek welke met deze materie te maken hebben.
Ook hebt gij erop gewezen dat er in dit opzicht tussen psychologen en theologen bepaalde meningsverschillen bestaan, die in het denken en het handelen betreurenswaardige onzekerheden tot gevolg hebben, en gij hebt Ons gevraagd daarin zo mogelijk enig licht te brengen. Twee punten vooral heeft men Ons voorgelegd:
Beide punten zullen Wij in Onze uiteenzetting behandelen, maar Wij zullen ze in een meeromvattende synthese inpassen: het godsdienstig en zedelijk aspect van de menselijke persoonlijkheid, object van de psychologie. Achtereenvolgens zullen Wij beschouwen: