Paus Benedictus XVI - 29 april 2006
Dierbare broeders en zusters,
moge de Wereldmissiedag een nuttige gelegenheid bieden om steeds beter te begrijpen dat het getuigenis van de liefde, ziel van de missie, allen aangaat. Het Evangelie dienen mag niet worden beschouwd als een eenzaam avontuur, maar als een taak die met elke gemeenschap wordt gedeeld. Naast degenen die zich in de eerste linie bevinden aan de fronten van de evangelisatie - en ik denk hier met erkentelijkheid aan de mannelijke en vrouwelijke missionarissen - dragen vele anderen, kinderen, jongeren en volwassenen met hun gebed en hun medewerking op verschillende manieren bij aan de verbreiding van het Rijk van God op aarde. Het is te wensen dat deze deelname aan de evangelisatie steeds meer mag groeien dank zij de steun van allen.
Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om blijk te geven van mijn dankbaarheid jegens de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren en jegens de Commissie voor Pauselijke Missiewerken (PP.OO.MM), die met toewijding de inspanningen coördineren die in alle delen van de wereld worden verricht ter ondersteuning van hen die in de eerste linie staan aan de fronten van de missie.
Moge de Maagd Maria, die met haar aanwezigheid bij het Kruis en met haar gebed in de Zaal van het Avondmaal actief heeft meegewerkt aan het eerste begin van de kerkelijke zending (missio), hun actie ondersteunen en de christengelovigen helpen om steeds meer in staat te zijn tot waarachtige liefde, opdat zij in een geestelijk zo dorstige wereld bron van levend water worden. Dit wens ik hun van harte, terwijl ik aan allen mijn zegen zend,
Uit het Vaticaan, 29 april 2006
Paus Benedictus XVI