H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1987
In de vreugde en vrede van onze Heer Jezus Christus begroet ik u en dank u voor uw hartelijke verwelkoming. Deze bijeenkomst geeft ons de gelegenheid God eer en dank te brengen voor een van de meest omvattende en fundamentele werken van de katholieke kerk in de Verenigde Staten - dat geheel wordt samengevat in het woord 'katholieke gezondheidszorg'. Ik ben blij tegenover u, die zovele van de gezondheidszorgorganisaties van uw land vertegenwoordigt, de achting, steun en solidariteit van heel de kerk te kunnen uitspreken. In u zet Jezus Christus zijn genezende bediening voort, die 'alle ziekten en alle kwalen onder het volk genas' Vgl. Mt. 4, 23 .
Dit is de hoge waardigheid waartoe u en uw collega's zijn geroepen. Dit is uw roeping, uw verbintenis en de weg van uw bijzonder getuigenis van de aanwezigheid van het rijk van God in de wereld. Uw bediening van de gezondheidszorg, begonnen en ontwikkeld door congregaties van zusters en door congregaties van broeders, is een van de meest levenskrachtige apostolaatsvormen van de kerkelijke gemeenschap en een van de meest betekenisvolle diensten welke de katholieke kerk de samenleving in naam van Jezus Christus biedt. Mij is verteld, dat de katholieke gezondheidszorg als geheel beschikt over 620 ziekenhuizen en 300 voorzieningen voor langdurige verzorging; dat het aantal katholieke ziekenhuisbedden 11% van het totale aantal in het land uitmaakt; dat de katholieke instellingen ongeveer 17 % van de gezondheidszorg in heel het land beheren en dat zij in het afgelopen jaar bijna 46 miljoen mensen verzorgden. Ik ben zuster Mary Heileen Wilhelm en uw voorzitter, de heer Curley, erkentelijk ons dit enorme netwerk van christelijke dienstbaarheid te hebben toegelicht.
De kracht die van Jezus uitging en in zijn tijd de mensen genas Vgl. Lc. 6, 19 , heeft haar uitwerking in de 2000-jarige geschiedenis van de Kerk niet verloren. Deze kracht blijft in het leven en het gebed van de kerk een bron van genezing en verzoening. Altijd actief bevestigt deze kracht de eigenheid van de kerk van vandaag, bekrachtigt haar verkondiging van het rijk van God en geldt als een teken van overwinning over het kwaad.
Bij alle katholieke gezondheidszorg is het onmiddellijke doel te zorgen voor het welzijn van het lichaam en de geest van de menselijke persoon, vooral in ziekte of ouderdom. Christus leerde de christenen door zijn voorbeeld “door hun lijden goed te doen en goed te doen aan hen die lijden” H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de christelijke zin van het menselijke lijden, Salvifici doloris (11 feb 1984), 20. Dit laatste aspect neemt natuurlijk het grootste deel van de krachten en aandacht van de gezondheidszorg in beslag. Vandaag strekt de katholieke gezondheidszorg in de Verenigde Staten de zending van de kerk uit tot elke staat van de unie, in grootsteden, kleine steden, plattelandsgebieden, op de campussen van academische instellingen, op afgelegen buitenposten en in wijken van de binnenstad. Door op al deze plaatsen gezondheidszorg te verlenen, vooral aan de armen, de verwaarloosden, de noodlijdenden, de nieuwkomers, doordringt en verandert uw apostolaat het hele bouwsel van de Amerikaanse samenleving. En soms wordt u geroepen, evenals degenen die u dient, uzelf in nederigheid en liefdevolle berusting te buigen voor de ervaring van ziekte - of voor andere vormen van pijn en leed.
In de ingewikkelde wereld van de gezondheidszorg in een geïndustrialiseerde samenleving moet dit getuigenis op een verscheidenheid van manieren worden afgelegd. Allereerst vereist dit de voortdurende inspanning om te waarborgen, dat iedereen toegang heeft tot de gezondheidszorg. Ik weet dat u deze kwestie reeds hebt bestudeerd in het rapport van uw speciale werkgroep voor de gezondheidszorg onder de armen. Door te trachten patiënten gelijkelijk te behandelen, ongeacht hun sociale en economische positie, verkondigt u tegenover uw medeburgers en tegenover de wereld de bijzondere liefde van Christus voor de verwaarloosden en zwakken. Deze bijzondere uitdaging is een consequentie van uw christelijke toewijding en overtuiging, en het vraagt grote moed van de kant van de katholieke instanties en instellingen die op het terrein van de gezondheidszorg werkzaam zijn. Het is een grote verdienste van uw ijver en bekwaamheid, wanneer u ondanks ontzagwekkende kosten toch erin slaagt te voorkomen, dat de economische factor de bepalende factor wordt in de menselijke en christelijke dienst. Evenzo hebben de liefde waarmee de gezondheidszorg wordt beoefend en de vakkundigheid ervan de waarde van een getuigend teken van de christelijke kijk op de menselijke persoon. De onvervreemdbare waardigheid van ieder menselijk wezen is natuurlijk fundamenteel voor elke katholieke gezondheidszorg. Allen die bij u komen om hulp, zijn respect en liefde waard, want allen zijn geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God. Allen zijn door Christus verlost en dragen in hun lijden zijn kruis. Het is passend dat onze ontmoeting plaats heeft op het feest van kruisverheffing. Christus nam heel het menselijk lijden op zich en vormde het radicaal om door het paasmysterie van zijn lijden, dood en verrijzenis. De overwinning van het kruis geeft het menselijk lijden een nieuwe dimensie, een verlossende waarde Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de christelijke zin van het menselijke lijden, Salvifici doloris (11 feb 1984), 24. Het is uw voorrecht voortdurend op zovele wijzen van deze diepe waarheid te getuigen.
De structurele veranderingen welke in de laatste jaren binnen de katholieke gezondheidszorg hebben plaats gehad, hebben de eis doen toenemen de katholieke eigenheid van de instellingen en de geestelijke hoedanigheden van de verleende diensten te bewaren en zelfs te versterken. De aanwezigheid van toegewijde vrouwelijke en mannelijke religieuzen in de ziekenhuizen en verpleeghuizen heeft in het verleden die zo kenmerkende geestelijke dimensie van de katholieke centra voor gezondheidszorg gewaarborgd, en blijft die ook thans waarborgen. Het teruggelopen aantal religieuzen en de nieuwe vormen van eigendom en beheer mogen niet leiden tot een verlies van de geestelijke atmosfeer of een verlies van een besef van roeping bij de verzorging van zieken. Dit is een gebied waarop de katholieke leken op alle niveaus van de gezondheidszorg een gelegenheid hebben de diepgang van hun geloof te tonen en hun bijzondere eigen rol te spelen in de zending van de Kerk tot evangelisatie en dienst.
Vele malen heeft de Kerk zich in de laatste jaren beziggehouden met kwesties betreffende de vorderingen van de biomedische technologie. Zij doet dit niet om de wetenschappelijke vooruitgang tegen te gaan of hardvochtig degenen te veroordelen die de grenzen van de menselijke kennis en kundigheden proberen uit te breiden, maar om de morele waarheden te bekrachtigen die de toepassing van deze kennis en kundigheden moeten leiden. Uiteindelijk is het de bedoeling van de leer van de Kerk op dit terrein, de aangeboren waardigheid en fundamentele rechten van de persoon te verdedigen. In dit opzicht mag de Kerk niet tekort schieten de noodzaak te benadrukken het leven en de integriteit van het menselijk embryo en de menselijke foetus te beschermen.
Niet lang geleden heeft de Congregatie voor de Geloofsleer in haar “Congregatie voor de Geloofsleer
Donum Vitae
Over het beginnend menselijk leven en waardigheid van de voortplanting
(22 februari 1987)” nogmaals bepaalde vitale kwesties behandeld betreffende de menselijke persoon. Nogmaals wordt de heiligheid van het onschuldig menselijk leven van het moment van de ontvangenis af verdedigd. Opnieuw wordt het heilige en onschendbare karakter bekrachtigd van de overdracht van het menselijk leven door de voortplantingsdaad binnen het huwelijk. Er wordt verklaard, dat de nieuwe technologieën nieuwe voortplantingsmethoden kunnen verschaffen, maar “wat technisch mogelijk is, is daarom nog niet moreel toelaatbaar” Congregatie voor de Geloofsleer, Over het beginnend menselijk leven en waardigheid van de voortplanting, Donum Vitae (22 feb 1987), 4. De nieuwe menselijke kennis in dienst te stellen van het algehele welzijn van de menselijke persoon remt de echte wetenschappelijke vooruitgang niet af, maar bevrijdt haar. De Kerk moedigt alle werkelijke vooruitgang in kennis aan, maar dringt ook aan op de onschendbaarheid van het menselijk leven in ieder stadium en in alle omstandigheden. De zaak welke zij dient, is de zaak van het menselijk leven en de menselijke waardigheid.
U moet uzelf en uw werk altijd zien als een onderdeel van het leven en de zending van de Kerk. U bent namelijk een heel bijzonder deel van het volk van God. U en uw instellingen hebben nauwkeurige verantwoordelijkheden tegenover de kerkelijke gemeenschap, juist zoals deze gemeenschap verantwoordelijkheden heeft tegenover u. Het is belangrijk dat er op elk niveau - nationaal, federaal en plaatselijk - nauwe en eensgezinde banden bestaan tussen u en de bisschoppen die “in plaats van God de kudde besturen, waarvan zij de herders zijn, als verkondigers van de leer, priesters van de gewijde eredienst en bedienaars van het bestuur” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 20. Zij willen u van hun kant steunen in uw getuigenis en dienst.
Vandaag staat u tegenover nieuwe uitdagingen en nieuwe noden. Een ervan is de huidige crisis van enorme afmeting, welke die van de AIDS is en het met AIDS verband houdende complex. Naast uw beroepsbijdrage en uw menselijk medegevoel jegens allen die door deze ziekte zijn getroffen, bent u geroepen de liefde en het medelijden van Christus en zijn kerk te tonen. Wanneer u moedig uw morele verplichtingen en sociale verantwoordelijkheden beaamt en vervult om degenen die lijden bij te staan, beleeft u individueel en gezamenlijk de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan Vgl. Lc. 10, 30-32 .
De barmhartige Samaritaan van de gelijkenis toont medelijden met de gewonde man. Door hem naar de herberg te brengen en van zijn eigen materiële middelen te geven, gaf hij in werkelijkheid zichzelf. Deze daad, een universeel symbool van menselijke zorg, is een van de wezenlijke elementen geworden van de morele cultuur en beschaving. Hoe prachtig spreekt de Heer over de Samaritaan! Hij “was de naaste van de man die in de handen van de rovers was gevallen” (Lc. 10, 36). “Naaste” zijn betekent liefde, solidariteit en dienstbaarheid te kennen geven en zelfzucht, discriminatie en veronachtzaming uit te sluiten. De boodschap van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan geeft een werkelijkheid weer, die verband houdt met het huidige feest van kruisverheffing: “De goedheid en mensenliefde van God onze Heiland is ... verschenen ... Zo zijn wij door zijn genade gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwig leven waar onze hoop op gericht is” (Tit. 3, 4-7). In deze veranderende wereld van de gezondheidszorg ligt het op uw weg te waarborgen dat deze “goedheid en mensenliefde van God onze Heiland” het hart en de ziel blijven van de katholieke gezondheidsdiensten.
Door gebed en met de hulp van God kunt u volharden in uw verplichtingen en beroepsbijstand, en onbaatzuchtige persoonlijke zorg bieden aan degenen die uw diensten nodig hebben. Ik bid, dat uw werkzaamheden en heel uw leven alle mensen in Amerika zullen inspireren en helpen om samen te werken om deze samenleving tot een plaats te maken van volledig en absoluut respect voor de waardigheid van iedere persoon vanaf het moment van de ontvangenis tot het moment van de natuurlijke dood. En moge God in wie “wij het leven, het bewegen en het zijn” hebben (Hand. 17, 28), u met zijn genade ondersteunen. God zegene u en uw gezinnen en uw bijdrage aan Amerika!