LITURGICAE INSTAURATIONESDerde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie
(Soort document: Congregatie voor de Goddelijke Eredienst)
Benno Kardinaal Gut -
15 september 1970
Volgens de traditionele liturgische voorschriften van de Kerk is het vrouwen (meisjes, gehuwden, religieuzen) verboden in kerk, tehuis, klooster, college of vrouwelijk instituut de priester aan het altaar te dienen.
Volgens de geldende bepalingen is het de vrouw echter toegestaan:
-
lezingen uit te spreken, met uitzondering van het Evangelie. Door van de microfoon gebruik te maken, kunnen zij gemakkelijk door allen worden verstaan. De bisschoppenconferenties kunnen concreet de plaats vaststellen waar de vrouw bij de liturgische verkondiging van Gods woord dient te gaan staan;
-
de intenties van de voorbeden uit te spreken;
-
de liturgische gemeenschapszang te leiden en het orgel of een ander goedgekeurd instrument te bespelen;
-
uitleg te geven, zodat de gelovigen de ritus beter kunnen begrijpen;
-
in dienst van de gemeenschap der gelovigen taken te vervullen die ook elders voor vrouwen normaal zijn, bijvoorbeeld de gelovigen bij de kerkdeur opwachten en hen naar hun plaats leiden, de goede orde van processies regelen en de collecte in de Kerk houden. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 68
© 1970, Archief van Kerken, 25e jrg, pag. 1089-1098