
Benno Kardinaal Gut - 15 september 1970
Wanneer de bisschoppenconferentie het nodig acht andere formuleringen toe te voegen of wijzigingen aan te brengen, dienen deze aan de Apostolische Stoel ter goedkeuring te worden voorgelegd en door een bijzonder teken van de oorspronkelijke Latijnse tekst te worden onderscheiden.
In dit opzicht is het van belang niet overhaast te werk te gaan, maar de hulp van anderen in te roepen, niet alleen van theologen en liturgisten, maar ook van letterkundigen en linguïsten, zodat de vertalingen een voorbeeld van beproefde schoonheid worden waaraan, in overeenstemming met de innerlijke rijkdom van de tekst, door haar stijl, harmonie, elegantie, zeggingskracht en taalgebruik een lang leven beschoren zal zijn. Vgl. H. Paus Paulus VI, Toespraak, Tot de liturgische commissies van Italië (7 feb 1969)
Bij de uitgave van liturgische boeken in de volkstaal dienen de traditionele richtlijnen te worden gevolgd en de naam van vertalers of auteurs niet te worden vermeld. De liturgische boeken zijn immers voor de christelijke gemeenschap bestemd en worden slechts op voorschrift en gezag van de hiërarchie samengesteld en uitgegeven; geen enkele toestemming van individuele personen is hiertoe vereist, op welke titel ook: dat zou in strijd zijn met de vrijheid van het gezag en de waardigheid van de liturgie.