Paus Pius XII - 11 oktober 1954
Er is dus geen twijfel aan, dat de allerheiligste Maria door haar waardigheid boven alle schepselen uitmunt en dat zij na haar Zoon boven allen de eerste plaats bekleedt. "Gij ten slotte", aldus de H. Sophronius, "hebt alle schepselen ver overtroffen ... wat kan er verhevener zijn dan deze vreugde, 0 Moedermaagd? Wat voortreffelijker dan deze genade, die alleen aan u van Godswege is gegeven?" H. Sofronius van Jeruzalem, In Annuntiationem B.M.V.. Orat. 2, 18; 21 (MG 87 C, 3238; 3242 Bij die lofspraak voegt de H. Germanus de volgende: "Uw eer en waardigheid gaat al het geschapene te boven; groter is uw verheffing dan die van de engelen." H. Germanus van Constantinopel, In Sanctae Dei Genetricis Dormitionem. orat. 7, hom. 2 in dormitionem B.M.V. (MG 98, 354) En de H. Joannes Damascenus gaat zo ver, dat hij tot deze uitspraak komt: "Een oneindig onderscheid is er tussen de dienaren van God en de Moeder van God." H. Johannes Damascenus, Homilia in Dormitionem. 1, 10 (MG 96, 715)