• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Christus Jezus, eeuwige hogepriester, heeft gewild dat zijn uniek en oordeelbaar priesterschap aan zijn kerk zou worden doorgegeven. Zij is immers het volk van het nieuwe verbond: in haar woorden ”de gedoopten, door de wedergeboorte en de zalving van de heilige Geest, tot een geestelijke woonstede en een heilig priesterschap gewijd, om door alle werken van de christenen geestelijke offers op te dragen en de wonderdaden te verkondigen van Hem die hen uit de duisternis naar zijn wonderbaar licht heeft geroepen Vgl. 1 Pt. 2, 4-10 . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10

Er is dus slechts ”één uitverkoren volk van God, ‘één Heer, één geloof, één doop’ (Ef. 4, 5); gelijk is de waardigheid van de ledematen krachtens hun wedergeboorte in Christus; gelijk de genade van het kindschap, gelijk de roeping tot volmaaktheid”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 32 Hoewel er tussen alle christenen ”gelijkheid bestaat ten aanzien van de aan al de gelovigen gemeenschappelijke waardigheid en de bedrijvigheid voor de opbouw van het lichaam van Christus”, worden ”enkelen, door de wil van Christus, als leeraars, uitdelers van de geheimenissen en herders over de anderen aangesteld”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 32 Het algemeen priesterschap van de gelovigen de ambtelijk of hiërarchische priesterschap zijn, ondanks dat ze ”wezenlijk en niet alleen naar rangorde van elkaar verschillen” toch op elkaar aan aangewezen; en het ene zowel als het andere heeft op zijn bijzondere wijze deel aan Christus’ priesterschap”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 Er is tussen hen een doeltreffende eenheid, want de heilige Geest maakt de kerk één in de gemeenschap en de bediening, en schenkt haar een verscheidenheid van hiërarchische en charismatische gaven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 4

Het wezenlijk verschil tussen het algemeen en het ambtelijk priesterschap bevindt zich dus niet in het priesterschap van Christus, dat steeds enig en ondeelbaar blijft en ook niet in het heiligheid waartoe alle gelovigen geroepen worden. ”Het gewijde priesterschap betekent niet per se een hogere graad van heiligheid ten opzichte van het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen. Maar, met het gewijde priesterschap wordt door Christus in de Geest een bijzondere gave aan de priesters gegeven, opdat zij het volk van God kunnen helpen om trouw en volledig het gemeenschappelijk priesterschap, dat aan hen verleend is, uit te oefenen.” H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 17 In de opbouw van de Kerk, Christus’ lichaam, heerst er verscheidenheid van ledenmaten en functies; maar één is de Geest, ”die volgens de maat van zijn rijkdom overeenkomstig de noodzaak van de bedieningen zijn veelvuldige gaven uitdeelt ten bate van de kerk.” Vgl. 1 Kor. 12, 1-11  Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 7

Het verschil bestaat in de wijze van deelname aan het priesterschap van Christus; het verschil is wezenlijk in deze zin: ”terwijl het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen zich verwezenlijkt door de ontplooiing van de doopgenade in een leven van geloof, hoop en liefde, een leven volgens de Geest, staat het ambtelijk priesterschap en heeft het betrekking op de ontplooiing van de doopgenade van alle christenen”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1547 Als gevolg daarvan ”verschilt het ambtelijk priesterschap wezenlijk van het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen, omdat het een gewijde macht verleent ten dienste van de gelovigen”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1592 Met dit doel wordt de priester aangespoord om te ”groeien in het bewustzijn van de diepe gemeenschap die hem verbindt met het volk van God”, om medeverantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke en enige heilszending op te wekken en te ontwikkelen, door bereidwillig en hartelijk alle charisma’s en taken die de Geest aan de gelovigen geeft voor de opbouw van de kerk naar waarde te schatten”. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 74

De kenmerken die het ambtelijk priesterschap van de bisschoppen en priesters doen verschillen van het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen – en die daarom ook grenzen aangegeven van de medewerking van deze laatsten aan het gewijde ambt – kunnen als volgt worden samengevat:

  1. het ambtelijk priesterschap is geworteld in de apostolische successie en is begiftigd met een gewijde macht, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10.18.27.28 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 2.6 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1538.1576 die bestaat in de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om te handelen in de persoon van Christus, Hoofd en Herder; Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 15 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 875
  2. het ambtelijk priesterschap maakt van de gewijde bedienaars dienaars van Christus en van de kerk door het gezag hebbende verkondiging van Gods Woord, door de viering van de sacramenten en door de pastorale leiding van de gelovigen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 16 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1592

Wezenlijk voor de katholieke leer over de Kerk is het feit dat het ambtelijk priesterschap gefundeerd is in de apostolische opvoeding: dit ambt contimeert de zending die de apostelen van Christus ontvangen hebben. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 14-16 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Aan de Bisschoppen van de Katholieke Kerk over bepaalde vragen betreffende de bediening van de Eucharistie, Sacerdotium ministeriale (6 aug 1983). III, 23

Het gewijde ambt wordt dus gebouwd op het fundament van de apostelen voor de opbouw van de kerk: Vgl. Ef. 2, 20 Vgl. Hand. 21, 14 ”Het is geheel ten behoeve van de kerk.” H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Ik zal u herders geven - N.a.v. de Bisschoppensynode over de priesteropleidingen, Pastores Dabo Vobis (25 mrt 1992), 16 ”Wezenlijk verbonden met de sacramentele natuur van het kerkelijk ambt is zijn karakter van dienstbaarheid. Immers, geheel afhankelijk van Christus die zijn dienaren hun zending en gezag geeft, zijn zij werkelijk ‘dienstknechten van Christus’ (Rom. 1, 1), naar het beeld van Christus die uit vrije wil voor ons ‘het bestaan van een slaaf’ heeft aangenomen (Fil. 2, 7). Omdat het woord en de genade waarvan zij de bedienaren zijn, niet van hen zelf, maar van Christus zijn, die hun deze ten dienste van de anderen heeft toevertrouwd, moeten zij uit vrije wil slaaf van allen worden.” Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 876

Document

Naam: ECCLESIAE DE MYSTERIO
Het mysterie van de Kerk - Interdicasteriële Instructie over enige vragen betreffende de medewerking van lekengelovigen aan het dienstwerk van de priesters
Soort: Congregatie voor de Clerus
Auteur: Msgr. Darío Castrillón Hoyos e.a.
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: SRKK, Utrecht
Bewerkt: 13 januari 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test