
8 oktober 1988
De transcendentie van Christus plaatst Hem dus niet geïsoleerd boven het menselijk geslacht, maar zij bewerkt dat Hij voor iedere mens tegenwoordig is, en gaat hiermee uit boven alle beperkende bepaaldheid. „Christus... [kan] noch als iemand vreemd, noch als ergens uitheems worden beschouwd”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 8 Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, geen man en vrouw ; allen te zamen zijt gij één persoon in Christus Jezus” (Gal. 3, 28). Christus ontmoet ons dus in de eenheid die wij vormen evenals in de veelheid en diversiteit van individuen, waarin zich onze gemeenschappelijke natuur verwerkelijkt.