
8 oktober 1988
De betrekkingen tussen de natuur, de cultuur en de genade moeten nu beschouwd worden in de concrete verbondsgeschiedenis van God met de mensheid. Deze geschiedenis begint met een enkel volk en loopt uit in een zoon van dit volk die ook Zoon van God is, van Wie deze geschiedenis zich uitstrekt over alle naties van de wereld. Zo toont zij „de bewonderenswaardige handelwijze vol respect van de eeuwige Wijsheid”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 13. eigen vertaling