30 september 1997
HET CHRISTENDOM EN DE GODSDIENSTEN | |||
► | CONCLUSIE: DIALOOG IN EEN MISSIONAIRE KERK |
Aan het einde van dit tweede millennium is de Kerk geroepen "tot het uiteinde er aarde" (Hand. 1, 8), in brede culturele en godsdienstige kringen, getuigenis af te leggen van de gekruisigde en verrezen Christus. De religieuze dialoog is connatureel met de christelijke roeping. Hij wordt ingeschreven inde dynamiek van de levende Traditie van het heilsmysterie, waarvan het universele sacrament de Kerk is; hij is een daad van deze Traditie.
Zijn oorsprong en doel heeft de dialoog als kerkelijke activiteit in de Heilige Drie-eenheid. Hij manifesteert en actualiseert de zending van de eeuwige Logos en van de Heilige Geest in de heilseconomie. Door zijn Woord roept de Vader alle mensen uit het niets tot het bestaan, en het is zijn Adem die hen levend maakt. Door zijn Zoon, die ons vlees aanneemt en door zijn Geest gezalfd wordt, richt Hij zich tot hen als tot zijn vrienden, “Hij spreekt met hen op aarde” en openbaart hun “alle wegen naar kennis” (Bar. 3, 36-38). Zijn levengevende Geest maakt de Kerk tot Lichaam van Christus, gezonden tot de naties om hen het Goed Nieuws van de verrijzenis te verkondigen.
Het Woord kan ons de Vader doen kennen, omdat Hij alles van Hem heeft geleerd en erin heeft toegestemd alles van de mens te leren. Zo moet het in de Kerk gebeuren bij al degenen die hun broeders en zusters van andere godsdiensten willen ontmoeten en met hen een dialoog willen voeren. Niet de Christenen zijn de gezondenen, maar de Kerk; ze vertegenwoordigen niet hun eigen ideeën, maar Christus; niet hun retoriek zal de harten raken, maar de Geest als Parakleet. Om trouw te zijn aan de ‘zin van de Kerk’ vraagt de interreligieuze dialoog om de nederigheid van Christus en de doorzichtigheid van de Heilige Geest.
De goddelijke pedagogie van de dialoog bestaat niet alleen uit woorden, maar ook uit daden; de woorden tonen ‘christelijke nieuwheid’, de nieuwheid van de liefde van de Vader, waarvan de daden getuigenis afleggen. Wanneer de kerk zo te werk gat, toont zij zich als sacrament van het mysterie van het heil. In deze zin maakt de interreligieuze dialoog, op de door de Vader vastgestelde tijden en ogenblikken, deel uit van de ‘evangelische voorbereiding’. In feite is het wederzijdse getuigenis inherent aan een dialoog tussen personen van verschillende godsdiensten. Het christelijke getuigenis is hier nog niet de verkondiging van het Evangelie, maar maakt reeds een integrerend deel uit van de missionaire Kerk, als uitstraling van de liefde die door de Heilige Geest in de Kerk is uitgestort. Al degenen die op diverse manieren door de interreligieuze dialoog getuigenis afleggen van de liefde van Christus de Verlosser, verwerkelijken op het niveau van de ‘evangelische voorbereiding’ de vurige wens van de apostel: “de heilige dienst van Christus Jezus onder de heidenen, om het evangelie van God te bedienen (Hierourgunta), om Hem de volken aan te bieden als een welkome gave, geheiligd door de Heilige Geest” (Rom. 15, 16).
INTERNATIONALE THEOLOGISCHE COMMISSIE
Rome, 1996