30 september 1997
De theologie van de zaden van het Woord begint bij de heilige Justinus. Ten overstaan van het polytheïsme van de Griekse wereld ziet Justinus in de filosofie, omdat die de rede gevolgd is, een bondgenoot van het Christendom; welnu, deze rede bevindt zich in zijn totaliteit slechts in Jezus Christus, de Logos in eigen persoon. Alleen Christenen kennen Hem in zijn geheel. Vgl. H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. I 5,4; II 6,7; 7, 2-3 (BAC 116, 186vv.; 268;269) Maar aan deze Logos heeft het hele menselijke geslacht deel. Daarom zijn er altijd al mensen geweest die in overeenstemming met de Logos geleefd hebben, en in deze zin zijn er “Christenen” geweest, al hebben die alleen kennis van een deel van de Logos van het zaad gehad. Vgl. H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. I 46,2-4; II 7,1-3 Er is een groot verschil tussen het zaad van iets en het ding zelf. Maar in ieder geval is de gedeeltelijke aanwezigheid van de Logos als zaad een gave en een goddelijke genade. De Logos is de zaaier van deze “zaden van waarheid”. Vgl. H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. I 44,10; II 10,2; 13,2-6