30 september 1997
Het Woord kan ons de Vader doen kennen, omdat Hij alles van Hem heeft geleerd en erin heeft toegestemd alles van de mens te leren. Zo moet het in de Kerk gebeuren bij al degenen die hun broeders en zusters van andere godsdiensten willen ontmoeten en met hen een dialoog willen voeren. Niet de Christenen zijn de gezondenen, maar de Kerk; ze vertegenwoordigen niet hun eigen ideeën, maar Christus; niet hun retoriek zal de harten raken, maar de Geest als Parakleet. Om trouw te zijn aan de ‘zin van de Kerk’ vraagt de interreligieuze dialoog om de nederigheid van Christus en de doorzichtigheid van de Heilige Geest.