Wij hebben u in het begin van onze toespraak onze vaderlijke erkentelijkheid uitgedrukt voor uw onvermoeide arbeid bijzonder op dit gebied; thans kunnen wij u niet onze bezorgdheid verhelen over het stijgend aantal van deze processen. Wij weten, dat deze bezorgdheid ook de uwe is, zoals de beschouwingen van uw waardige woordvoerder ons zo juist duidelijk hebben bewezen.