Johannes Kard. Villot - 1 november 1973
Alles worde in het werk gesteld opdat de kinderen die in de juiste gesteldheid zijn en die tot de Eucharistie zijn toegelaten, rustig en ingetogen tot de heilige tafel naderen, zodat ze volledig deel krijgen aan het mysterie van de Eucharistie. Waar dat mogelijk is, zinge men tijdens de Communieprocessie een lied dat op de kinderen is afgestemd. Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de muziek in de Heilige Liturgie, Musicam Sacram (5 mrt 1967), 32
Het afsluitend woord vóór de zegen aan het einde Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 11 is bij Eucharistievieringen met kinderen van groot gewicht, omdat deze, voor men ze laat heengaan, behoefte hebben aan een zekere herhaling en toepassing van hetgeen ze hebben gehoord; deze vermaning moet echter zeer kort worden geformuleerd. Vooral hier moet de band tussen liturgie en leven zo goed mogelijk tot uiting komen.
Minstens nu en dan kan de priester, in verband met de liturgische tijd en met de verschillende momenten in het leven der kinderen, gebruik maken van een rijkere zegen-formule, waarbij echter steeds de trinitarische formule en het kruisteken aan het einde behouden moeten blijven. zie nr. 39