
Johannes Kard. Villot - 1 november 1973
Aangezien de openingsritus in de Eucharistieviering wil bereiken dat "de bijeengekomen gelovigen een gemeenschap gaan vormen en in de juiste gesteltenis komen om naar het woord van God te luisteren en de Eucharistie waardig te vieren" Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 24, moet men zorgen dat bij de kinderen die gesteltenis ontstaat en niet in gevaar wordt gebracht door een overmaat van de hier voorgestelde riten.
Daarom mag nu en dan een onderdeel van de openingsritus worden weggelaten of eventueel kan aan een onderdeel een grotere uitbreiding worden gegeven. Enig inleidend element dat wordt afgesloten door het gebed, moet in ieder geval altijd aanwezig zijn. Bij het uitkiezen van de afzonderlijke onderdelen moet men erop letten dat ieder onderdeel te zijner tijd verschijnt en dat er geen volledig verwaarloosd wordt.