Paus Pius XI - 14 maart 1937
AAN DE EERBIEDWAARDIGE BROEDERS, AARTSBISSCHOPPEN EN BISSCHOPPEN VAN DUITSLAND EN DE ANDERE OPPERHERDERS, DIE IN VREDE EN GEMEENSCHAP LEVEN MET DE APOSTOLISCHE STOEL
Paus Pius XI
Eerbiedwaardige Broeders Heil en Apostolische Zegen.
Met brandende bezorgdheid en stijgende bevreemding slaan Wij sedert geruime tijd de lijdensweg der Kerk gade, de toenemende nood van de in gezindheid en daad Haar trouw blijvende belijders en belijdsters in het land en te midden van het volk, waaraan de H. Bonifatius eenmaal de licht en vreugde brengende boodschap van Christus en het Rijk Gods heeft verkondigd.
Deze Onze bezorgdheid is niet verminderd door datgene, wat de Ons aan Ons ziekbed bezoekende vertegenwoordigers van het Hoogwaardig Episcopaat volgens waarheid en plicht hebben medegedeeld. Naast veel troostvols en verheffends uit de belijdersstrijd van hun gelovigen hebben zij met al hun liefde jegens volk en vaderland en met al hun streven naar een weloverwogen oordeel ook veel bittere en verkeerde verschijnselen niet kunnen verzwijgen. Nadat wij van hun uiteenzettingen kennis hadden genomen, mochten wij met innige dank jegens God met den Apostel der Liefde uitroepen: Een grotere vreugde heb ik niet, dan wanneer ik hoor: mijn kinderen wandelen in de waarheid" (Joh. 3, 4). De vrijmoedigheid, passend aan Ons Apostolisch ambt, dat zo zwaar is van verantwoordelijkheid, alsook de wil, U en de gehele christelijke wereld de werkelijkheid in haar volle ernst voor ogen te stellen, eisen echter ook van Ons, dat Wij er aan toevoegen: Een grotere zorg, een bitterder herderlijk leed hebben Wij niet, dan wanneer Wij horen: "Velen verlaten de weg der waarheid". Vgl. 2 Pt. 2, 2