Paus Benedictus XVI - 25 september 2006
Geachte heer Kardinaal,
Geachte dames en heren ambassadeurs,
dierbare moslimvrienden,
Ik ben verheugd u bij deze ontmoeting te mogen ontvangen. Het was mijn wens om de verbondenheid tussen de Heilige Stoel en de moslimgemeenschap in de wereld te verstevigen door een teken van vriendschap en solidariteit. Ik dank de heer Kardinaal Paul Poupard, president van de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog, voor de woorden die hij tot mij gericht heeft. Evenzeer dank ik allen, dat zij mijn uitnodiging hebben aangenomen.
De omstandigheden, die tot deze ontmoeting geleid hebben, zijn welbekend. Al gedurende de vorige week heb ik de gelegenheid genomen hier op in te gaan. In deze context wil ik vandaag de grote eerbied en het diepe respect bekrachtigen, die ik heb jegens de moslimgelovigen. Daarbij roep ik in herinnering, wat het Tweede Vaticaans Concilie hierover zegt en dat voor de Katholieke Kerk als een "Magna Carta" van de dialoog tussen de Islam en het Christendom beschouwd: "De Kerk beschouwt ook met hoogachtig de Moslims, die de éne, levende en uit zichzelf bestaande, barmhartige en almachtige God aanbidden, de Schepper van hemel en aarde, die gesproken heeft tot de mensen. Zij trachten zich met heel hun hart ook aan zijn verborgen raadsbesluiten te onderwerpen, zoals Abraham, op wie het Islamitisch geloof zich zo graag beroept, zich aan God onderwierp." 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 3. Omdat ik mij nadrukkelijk in deze verklaring terugvind, heb ik sinds het begin van mijn pontificaat te kennen gegeven, dat met de gelovigen van alle religies de bruggen van vriendschap verstevigd worden; dit tegelijk met bijzondere waardering voor de groeiende dialoog tussen Islam en Christenen Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot delegaties van vertegenwoordigers van verschillende Kerken en kerkelijke gemeenschappen, alsmede andere relgieuze tradities (25 apr 2005).
Zoals ik vorig jaar in Keulen gezegd heb, mag de interreligieuze en interculturele dialoog tussen christenen en moslims "niet worden teruggebracht tot een vrijblijvende beslissing. Die dialoog is werkelijk een wezenlijke noodzaak, waarvan onze toekomst grotendeels afhangt." Paus Benedictus XVI, Toespraak, Ontmoeting met vertegenwoordigers van enkele moslimgemeenschappen (20 aug 2005).