• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

TOT DE AMBASSADEURS VAN LANDEN, MET EEN MOSLIMMEERDERHEID, GEACCREDITEERD BIJ DE HEILIGE STOEL EN VERTEGENWOORDIGERS VAN ENKELE MOSLIMGEMEENSCHAPPEN IN ITALIë
Sala degli Svizzeri, Castel Gandolfo

Geachte heer Kardinaal,
Geachte dames en heren ambassadeurs,
dierbare moslimvrienden,

Ik ben verheugd u bij deze ontmoeting te mogen ontvangen. Het was mijn wens om de verbondenheid tussen de Heilige Stoel en de moslimgemeenschap in de wereld te verstevigen door een teken van vriendschap en solidariteit. Ik dank de heer Kardinaal Paul Poupard, president van de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog, voor de woorden die hij tot mij gericht heeft. Evenzeer dank ik allen, dat zij mijn uitnodiging hebben aangenomen.

De omstandigheden, die tot deze ontmoeting geleid hebben, zijn welbekend. Al gedurende de vorige week heb ik de gelegenheid genomen hier op in te gaan. In deze context wil ik vandaag de grote eerbied en het diepe respect bekrachtigen, die ik heb jegens de moslimgelovigen. Daarbij roep ik in herinnering, wat het Tweede Vaticaans Concilie hierover zegt en dat voor de Katholieke Kerk als een "Magna Carta" van de dialoog tussen de Islam en het Christendom beschouwd: "De Kerk beschouwt ook met hoogachtig de Moslims, die de éne, levende en uit zichzelf bestaande, barmhartige en almachtige God aanbidden, de Schepper van hemel en aarde, die gesproken heeft tot de mensen. Zij trachten zich met heel hun hart ook aan zijn verborgen raadsbesluiten te onderwerpen, zoals Abraham, op wie het Islamitisch geloof zich zo graag beroept, zich aan God onderwierp." 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 3. Omdat ik mij nadrukkelijk in deze verklaring terugvind, heb ik sinds het begin van mijn pontificaat te kennen gegeven, dat met de gelovigen van alle religies de bruggen van vriendschap verstevigd worden; dit tegelijk met bijzondere waardering voor de groeiende dialoog tussen Islam en Christenen Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot delegaties van vertegenwoordigers van verschillende Kerken en kerkelijke gemeenschappen, alsmede andere relgieuze tradities (25 apr 2005).

Zoals ik vorig jaar in Keulen gezegd heb, mag de interreligieuze en interculturele dialoog tussen christenen en moslims "niet worden teruggebracht tot een vrijblijvende beslissing. Die dialoog is werkelijk een wezenlijke noodzaak, waarvan onze toekomst grotendeels afhangt." Paus Benedictus XVI, Toespraak, Ontmoeting met vertegenwoordigers van enkele moslimgemeenschappen (20 aug 2005).

In een wereld, die door relativisme gekenmerkt wordt en die zo vaak de transcendentie van het universele van de rede uitsluit, hebben we zeker een echte dialoog nodig tussen de religies en culturen. Een dialoog, die ons kan helpen, gemeenschappelijk alle spanningen te overwinnen in een geest van vruchtbare samenwerking.

Voortgaand met het werk dat mijn voorganger, Paus Johannes Paulus II, gedaan heeft bid ik van ganser harte dat de relaties van vertrouwen, die zich ontwikkeld hebben tussen christenen en moslims gedurende vele jaren, niet alleen door zullen blijven gaan, maar zich verder ontwikkelen in een geest van echte en respectvolle dialoog, gebaseerd op een steeds authentiekere wederzijdse kennis dat, met vreugde, de religieuze waarden erkent die we gemeenschappelijk hebben, en, met loyaliteit, de verschillen respecteert.

De interreligieuze en interculturele dialoog is noodzakelijk om de wereld van vrede en broederlijkheid op te bouwen waarnaar alle mensen van goede wil zo vurig verlangen. Wat dat betreft verwachten onze tijdgenoten een klare getuigenis dat in staat is om alle mensen de waarden van de religieuze dimensie van het leven te laten zien. Tegelijk moet ook getrouw de leer van ieders eigen religieuze tradities plaatsvinden, christenen en moslims moeten leren samen te werken, wat al in zoveel gemeenschappelijke ervaringen het geval is, om iedere vorm van intolerantie tegen te gaan en tegenstand op te werpen tegen iedere uiting van geweld. En wij, religieuze autoriteiten en politieke leiders, moeten hen leiden en aanmoedigen in deze richting. Inderdaad,

"Mogen ook in de loop der eeuwen tussen Christenen en Moslims veel onenigheid en vijandschap zijn voorgekomen, de heilige Synode spoort thans allen aan het verleden te vergeten, zich ernstig toe te leggen op wederzijds begrip, en gemeenschappelijk de sociale rechtvaardigheid, de zedelijke waarden, de vrede en de vrijheid te verdedigen en te bevorderen in het belang van alle mensen." 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 3.

De lessen uit het verleden moeten ons daarbij helpen om wegen van verzoening te vinden, zodat we in respect voor de identiteit en de vrijheid van iedereen samenwerken in dienst van de gehele mensheid, die rijk is aan vruchten. Zoals Paus Johannes Paulus II in zijn gedenkwaardige toespraak tot de jeugd in Casablanca in Marokko zei:

"Het respect en de dialoog vraagt wederkerigheid op alle terrein, vooral wat betreft de basis vrijheid, meer in het bijzonder de religieuze vrijheid. Zij bevorderen de vrede en de overeenstemming tussen de volkeren" H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot jonge moslims in Casablanca (Marokko), Een ontmoeting in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie (19 aug 1985), 5.

Dierbare vrienden, ik ben er diep van overtuigd dat de omstandigheden waarin de wereld zich op het moment bevindt het voor christenen en moslims noodzakelijk maakt zich ervoor in te zetten gemeenschappelijk de talrijke uitdagingen aan te nemen, waarmee de mensen zich geconfronteerd weten. Dit geldt in het bijzonder voor de verdediging en de bevordering van de waardigheid van mensen en voor de daaruit voortkomende rechten. Terwijl de bedreigingen tegen de mens en de vrede toenemen, dienen de christenen en moslims gehoorzaam te zijn tegenover de Schepper. Zijn wil is het, dat alle mensen leven in de waardigheid die Hij hun gegeven heeft. Dit is mogelijk wanneer zij de menselijke persoon weer centraal stellen en onvermoeibaar zich ervoor inzetten dat het menselijk leven altijd gerespecteerd wordt.

Dierbare vrienden, ik bid met geheel mijn hart dat de barmhartige God ons wil geleiden op de weg van steeds meer authentieke wederzijdse begrip. Op dit moment, waarop voor de moslims de geestelijke tocht van de Ramadan begint, zend ik hen allen mijn beste wensen en bid de Almachtige dat Hij hen een vredig en rustig leven zal schenken. De God van de vrede vervulle u en de gemeenschappen die u vertegenwoordigt met overvloedige zegen.

Document

Naam: TOT DE AMBASSADEURS VAN LANDEN, MET EEN MOSLIMMEERDERHEID, GEACCREDITEERD BIJ DE HEILIGE STOEL EN VERTEGENWOORDIGERS VAN ENKELE MOSLIMGEMEENSCHAPPEN IN ITALIë
Sala degli Svizzeri, Castel Gandolfo
Soort: Paus Benedictus XVI - Toespraak
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 25 september 2006
Copyrights: © 2006, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Stg. InterKerk, Wassenaar
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test