H. Paus Johannes Paulus II - 25 januari 1988
Voortschrijdend op de weg van de oecumenische beweging vestigt de katholieke kerk haar blik op de zending van de heilige Broeders van Thessalonika, zoals ik gezegd heb in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Slavorum Apostoli
Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden
(2 juni 1985).
Veelbetekenend in hun zending is een bijzonder ‘oecumenisch profetisme’, hoewel beiden gewerkt hebben in de periode waarin de christenheid, nog ongedeeld was. Hun zending begon in het Oosten, maar het verloop ervan plaatste hun band van eenheid met Rome, met de Stoel van Petrus, in het licht. Hun apostolische intuïtie van de koinonia in de kerk wordt thans steeds beter begrepen, in dit tijdperk van een groeiend verlangen naar de eenheid van alle christenen en van de oecumenische dialoog. Zij voorvoelden, dat de nieuwe kerken, tegenover de toenemende verschillende volken en van hun onderscheiden cultuurgebieden, maar moesten tevens de wezenlijke eenheid met elkaar behouden, overeenkomstig de wil van de goddelijke Stichter. Daarom werd de Kerk, geboren uit de zending van de heilige Cyrillus en Methodius, als het ware gemerkt met het speciale zegel van de oecumenische roeping, die de twee heilige Broeders zo intens beleefd hebben. In diezelfde geest ontstond ook, zoals ik reeds eerder gezegd heb, de kerk van Kiev. Bijna aan het begin van mijn pontificaat, in het jaar 1980, heb ik de vreugde gehad H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Egregiae Virtutis
Over de HH. Cyrillus en Methodius (31 december 1980) tot patroonheilige van Europa, naast de heilige Benedictus.
Europa is christelijk in zijn wortels zelf. De twee vormen van de grote traditie van de kerk, de westelijke en de oostelijke, de twee vormen van cultuur vullen elkaar aan als de twee ’longen’ van een enkel organisme. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Moeder van de Verlosser, Redemptoris Mater (25 mrt 1987) Dat is de duidelijke taal van het verleden; dat is de erfenis van de volken die in ons werelddeel leven. Men zou kunnen zeggen dat de twee stromingen, de oosterse en de westerse, gelijktijdig de eerste grote vormen van de ’inculturatie’ van het geloof zijn geworden, waarin de enige en ongedeelde volheid die Christus toevertrouwd heeft aan de kerk, haar historische uitdrukking gevonden heeft.
In de diverse culturen van de Europese naties, zowel in het Oosten als in het Westen, in de muziek, in de letterkunde, in de belenende kunsten en in de architectuur, evenals in de wijze van denken, stroomt een gemeenschappelijk sap dat uit een enkele bron is geput.